Het aantal patiënten met COVID-19 in de Belgische ziekenhuizen is gedaald tot minder dan 4.000. Gisteren lagen 3.993 personen met COVID-19 in het ziekenhuis. Dat is een daling van 20% tegenover een week eerder. Door de dalende cijfers mag het aantal voor coronapatiënten voorbehouden bedden afgebouwd worden en kunnen ziekenhuizen weer kleinere, niet-essentiële ingrepen uitvoeren.
De voorbije zeven dagen werden er dagelijks gemiddeld 239 mensen opgenomen in het ziekenhuis. Dat is een daling met 24%. Afgelopen week konden 2.280 patiënten het ziekenhuis verlaten. Van de 3.993 zieken liggen er nog 967 op intensieve zorgen. Dat is een daling met 19% tegenover een week eerder.
Daling besmettingen
Ook andere indicatoren geven aan dat de epidemie aan kracht verliest. Van 19 tot 25 november werden dagelijks gemiddeld 2.484 besmettingen met het coronavirus geregistreerd, een forse daling met 42%. Dagelijks overleden er gemiddeld 141 mensen, een daling met 19,2%. De positiviteitsratio daalde tot 10,9%. Het reproductiegetal voor België bedraagt nu 0,8.
Graduele afbouw
Door de dalende cijfers kunnen ziekenhuizen langzaam aan het deel van de extra bedden die gecreëerd waren om coronapatiënten op te vangen op intensieve zorgen, afbouwen. Die bedden moeten wel nog gedurende twee weken in reserve houden voor een eventuele heropflakkering van het virus.
Niet-essentiële zorg
Daarnaast kunnen ziekenhuizen niet-essentiële zorg weer opstarten. Klassieke hospitalisaties en daghospitalisaties, waarbij de patiënten niet via intensieve zorgen moeten passeren, weer mogelijk. Maar de verantwoordelijkheid wordt aan de ziekenhuizen gegeven: zij beslissen zelf of ze hiervoor de ruimte hebben.
Het bericht Ziekenhuizen kunnen weer niet-essentiële ingrepen uitvoeren verscheen eerst op Metro.