Het aantal zieke kinderen dat in Vlaanderen onderwijs op afstand volgt met het programma ‘Bednet’, is de voorbije 4 jaar verviervoudigd. Toch is het aanbod voor jonge patiënten die door ziekte school missen onvoldoende gekend. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) wil dat artsen voortaan ouders aanspreken over het aanbod.
De minister tekende in de Gentse Ziekenhuisschool een engagementsverklaring met het Vlaams Patiëntenplatform en 8 verenigingen van artsen. Dokters zullen in de toekomst vaker wijzen op de mogelijkheid om school te volgen, indien het herstelproces dat toelaat. Vooral synchroon internetonderwijs via ‘Bednet’ of tijdelijk onderwijs aan huis kunnen de leerachterstand bij die leerlingen beperken.
Enorm succes van ‘Bednet’
«We hebben de afgelopen jaren het aanbod voor zieke leerlingen versterkt», zegt Crevits. In 2012 ondergingen 217 leerlingen onderwijs via ‘Bednet’, in 2018 waren dat er 884. In het schooljaar 2016-2017 kregen 1.973 leerlingen onderwijs aan huis. Vorig schooljaar waren dat er 2.203. Maar volgens POZILIV, het Platform voor Onderwijs aan Zieke Leerlingen in Vlaanderen, vallen heel wat leerlingen nog steeds tussen de mazen van het net.
Onvoldoende bekend
«We krijgen signalen dat het aanbod onvoldoende bekend is», aldus Crevits. «Daarom schakelen we de medische sector in om de maatregelen meer bekend te maken bij ouders.» Artsen zijn volgens de minister het best geplaatst als doorverwijzers naar onderwijsoplossingen voor zieke kinderen en jongeren. Crevits gaat ook suggesties voor verbetering van het onderwijs aan zieke kinderen onderzoeken en er komt een aanspreekpunt.
Vanaf 1 januari 2019 wordt tijdelijk onderwijs aan huis ook mogelijk voor zieke kleuters. Hiervoor maakt minister Crevits 180.000 euro vrij.
Het bericht Zieke kinderen volgen vaker van thuis uit de lessen verscheen eerst op Metro.