De meerderheid van de Belgen houdt nog steeds vast aan de bedrijfswagen. Dat blijkt uit de mobiliteitsstudie van hr-dienstverlener Securex bij 1.500 Belgische werknemers.
Van de respondenten met een bedrijfswagen geeft 59% aan bereid te zijn van werk te veranderen indien zijn werkgever geen wagens meer zou aanbieden. Vooral werknemers jonger dan 50 zijn hiertoe bereid (66%).
Behalve de liefde voor de bedrijfswagen heerst er volgens Securex ook een afkeer voor de alternatieven. Als de deelnemers gevraagd werden of ze bereid zijn hun wagen in te ruilen voor een kleinere wagen samen met alternatieve vervoersmiddelen (fiets, step, abonnement, deelwagen…), geven twee op de drie Belgische werknemers aan hier niet voor open te staan. “Opvallend, er is geen verschil tussen mannen en vrouwen, noch in leeftijd of woonplaats van de werknemers”, aldus Securex.
Telewerk
Wat wel impact heeft op de cijfers, is de flexibiliteit die de werknemer al dan niet geniet in plaats en tijd naar en van het werk. Werknemers die kunnen kiezen wanneer ze werken (glijdende uren), overwegen meer (44% versus 23%) om hun bedrijfswagen in te ruilen voor een klein(er) model en die te combineren met alternatief vervoer als hun werkgever dat aanbiedt. Bij werknemers die kunnen kiezen waar ze werken (telewerk) is het verschil nog groter (45% versus 23%).
Als gekeken wordt naar hoe de Belg zijn woon-werkverkeer ervaart, blijkt vooral de Brusselse pendelaar (van wie de werkgever zich in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest bevindt) het lastig te hebben. De helft (49%) van deze pendelaars vindt zijn woon-werkverkeer belastend. In Vlaanderen is dit 38% van de werknemers en in Wallonië 36%.
De afgelopen tien jaar ziet Securex wel een sterke stijging in de mate waarin de Belgische werknemers het woon-werkverkeer belastend vinden. Bij de Vlaamse (+13%) en Brusselse (+11,2%) pendelaars is de stijging het grootst. In Wallonië lijkt dit te stabiliseren (+1,4%).
Het bericht Zes op de tien werknemers stappen op als bedrijfswagen wegvalt verscheen eerst op Metro.