Door het vele protest van omwonenden en lokale besturen en door problemen bij enkele grote fabrikanten zijn er het voorbije jaar in Vlaanderen maar 25 nieuwe windturbines op land bijgekomen. Dat is opvallend weinig in vergelijking met de jaren daarvoor, zo meldt VRT.
“Enerzijds zijn er de aanslepende beroepsprocedures tegen nieuwe projecten”, zegt Bart Bode van de Vlaamse Windenergie Associatie (VWEA). Veel omwonenden of lokale besturen verzetten zich namelijk tegen nieuwe windmolens. De sector schat dat dat het geval is voor drie kwart van de projecten.
Een tweede verklaring is dat er problemen geweest zijn bij enkele grote fabrikanten van windturbines, waardoor de productie en de levering vertraging oploopt. Eén fabrikant ging zelfs failliet. “Er zijn nu zelfs wachtlijsten in Vlaanderen voor de levering van turbines”, aldus Bart Bode.
Ruim 500 in totaal
Alle Vlaamse windturbines samen – er staan er nu ongeveer 550 – hebben nu een vermogen van bijna 1.300 MW. Dat is evenveel als een grote kerncentrale, met dien verstande dat kerncentrales (in theorie) altijd stroom kunnen leveren, terwijl dat bij windmolens niet zo is.
Die bijna 1.300 MW is er gekomen over een periode van ongeveer 20 jaar. Om de Vlaamse klimaat- en energiedoelstellingen van 2030 te halen, moeten er over tien jaar nog eens zoveel bijkomen: in 2030 moeten we aan een vermogen van 2.500 megawatt komen via windmolens op het land. Bode maakt zich sterk dat dat haalbaar is. “Er is nog potentieel aan ruimte, in de havens en langs autowegen, en de oudste windturbines worden vervangen door nieuwe exemplaren met een veel hoger vermogen.”
Het bericht We kregen er in 2019 amper 25 nieuwe windmolens bij verscheen eerst op Metro.