In België heeft 52,2% van de vrouwelijke loontrekkenden een diploma hoger onderwijs, tegen slechts 38,7% van de mannelijke loontrekkenden. Desondanks zegt slechts 15% van de vrouwen een toezichthoudende of leidinggevende verantwoordelijkheid te hebben, tegen 25% van de mannen. Dat blijkt uit gegevens van Statbel, naar aanleiding van internationale vrouwendag.
De grootste kloof situeert zich op de leeftijd tussen 25 en 49 jaar. In die meest actieve leeftijdscategorie heeft 16,6% van de vrouwen een leidinggevende functie, tegen 24,8% van de mannen. De genderkloof in het opleidingsniveau is daar net het grootst. 58,7% van de vrouwelijke loontrekkenden heeft een universitair diploma, tegenover 41,9% van de mannen.
Leeftijdsgebonden
Jongeren (15-24 jaar) hebben min of meer dezelfde verantwoordelijkheden, terwijl bij de 50-plussers de opleidingsniveaus tussen mannen en vrouwen dichter bij elkaar liggen. Al zijn er daar bijna twee keer zoveel mannen (30,3%) die leiding geven als vrouwen (15,6%).
Loonkloof
Statbel wijst erop dat die verschillen ook weerspiegeld worden op het niveau van de lonen. In 2019 verdienden vrouwen in België 5,8% minder per uur dan mannen. De situatie verslechtert bovendien met de leeftijd, waarbij de loonkloof bij de 55-plussers zelfs 9,2% bedraagt.
De loonkloof verkleinde wel de afgelopen jaren: in 2010 bedroeg die nog meer dan 10%. En België doet het ook op internationaal vlak niet zo slecht: met een loonkloof van 5,8% is ons land het op drie na minst ongelijke land in Europa, aldus Statbel. De loonkloof in Europa bedraagt gemiddeld 14,1%. Toch is er duidelijk nog heel wat werk aan de winkel om de ongelijkheid op professioneel vlak de wereld uit te helpen.
Het bericht Vrouwen zijn vaker hoogopgeleid, maar bekleden minder leidinggevende posities verscheen eerst op Metro.