Als je zelf een spinnenfobie hebt, heb je het vast al eens meegemaakt. Je ziet een spin in huis zitten en schreeuwt het uit, omdat het insect in jouw ogen gigantisch groot is. Als je gezinslid of vriend(in) komt kijken wat er aan de hand is, lachen ze je bijna uit, want ze hebben nog nooit zo’n klein spinnetje gezien. De video bovenaan het artikel verklaart waarom arachnofoben zo bang zijn. Geen nood, er komen enkel getekende spinnen in voor.
Het onderzoek van Tali Leibovich is op basis van een anekdote begonnen. De psychologe aan de Ben-Gurion Universiteit in Israël lijdt namelijk zelf aan een spinnenfobie en zag er eentje in haar laboratorium kruipen. Ze riep een collega om het insect weg te halen, omdat ze zelf doodsbenauwd is voor het dier. De collega-onderzoeker vroeg zich af waar ze zo bang voor was, want het ging immers om een klein spinnetje. Daar was Leibovich het niet mee eens en ze riep uit hoe gigantisch de achtpotige wel niet was. Zo bleven ze nog even verder discussiëren.
Om te beslissen wie het bij het rechte eind had, besloten ze om een onderzoek uit te voeren naar arachnofobie. Het resultaat werd in gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Biological Psychology.
Is een spin zo groot als een vlieg of geit?
Het voorval met de spin prikkelde Leibovich’ interesse, waardoor ze wou achterhalen hoe het menselijke brein de omvang van objecten verwerkt. Om te onderzoeken welke factoren bepalen hoe groot of klein we iets inschatten, voerden zij een haar collega een experiment uit. Daarbij moesten de deelnemers raden hoe groot een spin op een foto was. Ze mochten ze vergelijken met andere dieren, op een schaal gaande van een kleine vlieg tot een geit.
Het opvallende resultaat was dat de mensen met arachnofobie de spinnen systematisch groter inschatten dan de mensen zonder angst. Je zou kunnen denken dat die proefpersonen gewoon weinig inzicht hadden in de grootte van objecten, maar dat klopt niet. Ze slaagden er namelijk wel in de omvang van minder enge vlinders en vogels correct te raden.
Foto Youtube
De inschattingsfout was dus enkel van toepassing op spinnen. Arachnofoben konden de de grootte van wespen eveneens juist inschatten. Dat is opmerkelijk, want die insecten kunnen ons door hun angel veel meer kwaad doen, terwijl spinnen eerder ongevaarlijk zijn. De onderzoekers concluderen hieruit dat ze allebei gelijk hadden en dat emoties ons wereldbeeld sterk bepalen en vertekenen.
De kip en het ei
In een vervolgstudie wil Leibovich nog uitzoeken hoe het oorzaak-vervolgverband precies in elkaar zit. Beschouwen de mensen met een spinnenfobie de insecten als groter dan ze zijn, omdat ze er bang voor zijn? Of is het juist andersom en schatten ze de dieren eerst om een nog onbekende reden groter in en krijgen ze daardoor schrik? In dat laatste geval is er hoop, want dan kunnen arachnofoben misschien van hun angst genezen als ze getraind worden om spinnen in het juiste perspectief te zien.
Het bericht Daarom zijn mensen met een spinnenfobie zo bang voor de achtpotigen (video) verscheen eerst op Metro.