De kans op besmettingen is in de buitenlucht kleiner dan binnen, maar dat betekent niet dat we elkaar daar niet kunnen besmetten. Dat heeft viroloog Steven Van Gucht vrijdag nogmaals benadrukt tijdens de persconferentie van Sciensano en het Crisiscentrum over de corona-epidemie.
Van Gucht wijst op het onderscheid tussen besmettingen met grote en kleine druppels. “Grote druppels reiken meestal niet verder dan één meter. Die zijn besmettelijk, zowel binnen als buiten”, klinkt het. “Ook kleine druppels, of zogenaamde aerosolen, kunnen iemand besmetten. Ze maken in de buitenlucht echter veel minder kans om iemand te besmetten. Door hun heel klein volume vervliegen en verdunnen ze er snel.”
Besmetting voor of na activiteit
“De kans op een besmetting in de buitenlucht is dus een stuk kleiner. Maar ze is niet nul”, zo waarschuwt hij. “Denk maar aan de uitbraak van september vorig jaar in de Rozentuin van het Witte Huis.” Van Gucht wijst erop dat de meeste besmettingen voor of na een georganiseerde activiteit plaatsvinden, bijvoorbeeld bij de verplaatsing of tijdens een nabespreking.
Het risico op besmetting in de buitenlucht is afhankelijk van het aantal contacten, de dichtheid en de duur van onze contacten. “Als u buiten afspreekt met vrienden, doe dat dan in beperkte kring en vermijd drukke plaatsen, zodat u steeds afstand kan houden.”
Volledig open plaatsen
Hij raadt ook aan af te spreken op volledig open plaatsen. “In deels afgesloten tenten, markthallen en dergelijke kan de lucht met virusdeeltjes gemakkelijker blijven hangen.” Ook een combinatie van buiten- en binnenevenementen is op dit moment nog geen goed idee, zegt Van Gucht.
Het bericht Van Gucht: “Ook in buitenlucht nog altijd kans op besmettingen” verscheen eerst op Metro.