Indien ons land een beroep zou doen op een app voor contact tracing, dan zou die door een Belgisch bedrijf moeten worden ontwikkeld en beheerd. Dat heeft Jaak Raes, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, in de Kamer verklaard. De keuze voor een Belgisch bedrijf moet de risico’s als gevolg van inmenging ’van buitenaf’ terugdringen.
De Kamercommissie Economie organiseert vandaag hoorzittingen over het gebruik van een app voor contact tracing, in het kader van de strijd tegen het coronavirus. De groene fractie heeft een resolutie ingediend om het gebruik van zo’n app wettelijk te omkaderen. Of de overheid er überhaupt gebruik van zal maken, is twijfelachtig. Minister van Privacy Philippe De Backer (Open Vld) stelde vorige week nog dat een app niet nodig is en dat ons land manueel gaat traceren.
Gedecentraliseerde databank
Professor cryptografie en privacyspecialist Bart Preneel van de KU Leuven meent dat zowel een app als manueel traceren nodig zal zijn als we uit de coronacrisis willen geraken. Preneel maakt deel uit van het Europees consortium DP-3T dat zo’n app ontwikkelt.
De technologie maakt geen gebruik van een centrale databank, maar werkt gedecentraliseerd. De identiteit van de gebruiker wordt beschermd en de gegevens doven automatisch uit. Na twee of drie weken is de informatie immers toch al verouderd, legde Preneel uit.
Penetratiegraad
De bedoeling in die app is dat iemand enkel na een medische test kan invoeren dat hij besmet is. Indien de overheid een go geeft, kan de technologie volgens de professor op enkele weken tijd worden uitgerold. Opvallend is dat de app volgens Preneel al van pas kan komen indien 15 tot 20 procent van de bevolking hem gebruikt. Elders werd eerder een penetratiegraad van 60 procent naar voren geschoven.
De app heeft ook de steun van Google en Apple. Belangrijk voor beide bedrijven is dat er geen centrale ondersteuning is. Professor Élise Degrave van de universiteit van Namen waarschuwde erover te waken dat bedrijven als Google de sleutels tot allerlei gegevens niet in handen krijgen. Ze plaatste immers vraagtekens bij de “filantropische” agenda van het bedrijf.
Belgische operator
Topman Raes van de Staatsveiligheid riep dan weer op niet blind te zijn voor het agressieve beleid van bepaalde landen en de spionage op grote schaal. Hij pleitte ervoor een Belgische operator te kiezen om zo’n app op poten te zetten. Die zou je dan strikte voorwaarden kunnen voorleggen waar hij zich dient aan te houden. Raes merkte op dat de risico’s niet enkel liggen bij andere landen, maar ook bij derden, zoals extremistische groeperingen.
Het bericht Staatsveiligheid wil geen buitenlandse inmenging bij tracing app verscheen eerst op Metro.