Lang niet iedereen die een besmetting met het coronavirus opliep, kreeg al telefoon van een contactopspoorder. Dat blijkt uit antwoorden op de Grote Coronastudie van de UAntwerpen. “Van de 99 deelnemers die bevestigd werden met COVID-19 en die bij het invullen van de enquête nog steeds ziek waren, is een op vijf gecontacteerd geweest door een contact tracer.”
In de tiende week van de Grote Coronastudie, polsten wetenschappers van de UAntwerpen, UHasselt, KU Leuven en de ULB onder meer naar het systeem van contactopsporing. Iedereen die een besmetting met het coronavirus opliep, zou telefoon moeten krijgen om zo de persoonlijke contacten efficiënt in kaart te kunnen brengen. Dat systeem staat duidelijk nog niet op punt: slechts een op vijf van de respondenten die aangaven dat ze bevestigd waren met COVID-19, belde al met een contact tracer.
Mondmaskers
Daarnaast werd aan de deelnemers gevraagd naar het gebruik van mondmaskers. Precies 77% vindt dat winkelpersoneel een masker moet dragen, 57% vindt dat nodig voor klanten. Wat betreft het gebruik op school valt op dat zes op de tien leerlingen verplicht mondmaskergebruik willen, tegenover vier op de tien minderjarigen.
Aan de tiende golf deden 70.000 Belgen mee. Vandaag kan iedereen deelnemen aan de elfde editie, waarin kinderen opnieuw een centrale rol krijgen. Ouders krijgen vragen over kinderen tussen 6 en 12 jaar voorgeschoteld, en kinderen uit die leeftijdscategorie kunnen ook zelf een vereenvoudigde versie van de enquête invullen.
Het bericht “Slechts één op vijf besmette personen gecontacteerd door contact tracer” verscheen eerst op Metro.
