Meer dan de helft van de wereldbevolking leeft in steden. Deze evolutie zal zich nog doorzetten. De uitdagingen zijn gigantisch en daar zet SDG 11 op in.
De bevolkingstoename in ontwikkelingslanden leidt tot steeds meer megasteden van ruim 10 miljoen inwoners, zoals Sao Paulo, Mexico City of New Dehli. Extreme armoede heeft als gevolg dat veel mensen er in sloppenwijken terechtkomen. Daar ontbreken essentiële basisvoorzieningen zoals proper water, elektriciteit, onderwijs…
In het verkeer is er een drukte van jewelste met ellenlange files en luchtvervuiling als gevolg. Ook Westerse landen kampen met de gevolgen van verstedelijking zoals teveel fijn stof. De bevolking vergrijst en dat vereist aangepaste woningen en specifieke zorginstellingen. Kortom, steden staan voor een enorme klus om duurzame leefomgevingen te creëren.
Actie!
Steden wereldwijd nemen nu 3% van het aardoppervlak in, maar verbruiken 60 tot 80% van de energievoorraad. Ze veroorzaken 75% van de totale CO2-uitstoot. Als we niets doen, zal deze nefaste impact op het klimaat nog groter worden. Het tij moet dus dringend keren. De Verenigde Naties wil met SDG 11 lokale politici en andere actoren aanzetten om initiatieven te nemen. Iedereen draagt op zijn terrein verantwoordelijkheid. SDG 11 is ambitieus. Tegen 2030 moeten er voor iedereen veilige, betaalbare huisvesting en basisdiensten zijn. Ook heeft iedereen recht op duurzame mobiliteit. Het netwerk van openbaar vervoer moet toegankelijk zijn voor mensen met een handicap, kinderen en ouderen. Ook ruimtelijke planners krijgen een opdracht. Steden evolueren en dat vergt een doordachte aanpak met inspraak voor de bewoners en het behoud van het natuurlijke en culturele erfgoed. De afgelopen jaren waren er verschillende natuurrampen die vaak de meest kwetsbare mensen het hardst troffen. Wetenschappers gaan er van uit dat de klimaatcrisis nog meer rampen zal veroorzaken, vooral met water. Het komt er dus op aan maatregelen te nemen om de impact ervan te verminderen.
Gezonde leefomgeving
SDG 11 streeft ook naar steden waar het aangenaam en gezond is om te wonen. Dat betekent onder meer een goede luchtkwaliteit, voldoende groene openbare ruimtes, het versterken van verantwoorde ecologische samenwerkingsverbanden. In verschillende landen, ook in België, duiken er steeds meer projecten op die uitgaan van korte keten, lokale economie, hernieuwbare energie, het recycleren van materialen… Er is nog een lange weg te gaan, maar de tijd dringt.
“Het uitwisselen van ervaringen werkt motiverend”
Hoe kan een gemeentebestuur duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) opnemen in het beleid, gaande van armoede, welzijn, consumptie, onderwijs, gender, energie over water…? En hoe kan je inwoners ervoor warm maken? VVSG, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten startte een piloottraject met 20 gemeenten en steden. Er is ruimte om te experimenteren, ervaringen te delen en na te denken over beleidsprocessen. De pilootgroep komt vier keer per jaar samen. De gemeenten krijgen ook aparte begeleiding op maat. Het traject startte in mei 2017 en loopt nog tot 2019. De piloot kan terugvallen op een klankbordgroep met externe experten en medewerkers van VVSG.
Mieck Vos, algemeen directeur van VVSG: «Onze oproep kende veel bijval. Het uitwisselen van ervaringen is motiverend en leidt tot een actieve betrokkenheid. Het blijft niet bij die 20, hun bevindingen delen we met alle 308 gemeenten.»
Strategische aanpak
VVSG wil met de pilootgroep ook nagaan hoe gemeentebesturen op langere termijn kunnen werken. Mieck Vos: «Het is goed dat de verschillende deelnemers in hun gemeente of stad een strategische functie uitoefenen. Zij hebben een globaal overzicht en kunnen initiatieven op gang trekken. Het is een hele uitdaging om de 17 SDG’s in te bedden in de lokale werking en die ook met verschillende spelers te realiseren. Daar denken we goed over na.»
De inzet is groot bij zowel grote steden als kleine gemeenten. Steden hebben een uitgebreid ambtenarenkorps en organisaties die werken aan duurzaamheid. «Kleine gemeenten hebben dan weer het voordeel dat ze vlot alle spelers kunnen samenbrengen», aldus Mieck Vos. Ze wijst er op dat ook VVSG zelf werkt aan de SDG’s en zo een voorbeeldfunctie vervult.
Duurzame adressen
Oostende maakt deel uit van de pilootgroep. Vertegenwoordigers Martine Landuyt, Charlotte Logghe en Andries Vienne: «Er lopen verschillende projecten. Zo sensibiliseren we de inwoners met ons Ecoplan. Daarop staan ecologische en duurzame adressen. Het zijn groene tips bij het shoppen of het uitgaan. Positief is dat het handelaars stimuleert om mee te werken. We realiseren ook een voedselstrategie. Klanten die op restaurant de portie van een gerecht te veel vinden, kunnen de rest meenemen in een doosje. Anders zou het weggegooid worden. Ook toeristen kunnen we bij dit verhaal betrekken. De duurzaamheidstoets is cruciaal. Kan het materiaal dat we aankopen, gerecycleerd worden? Wordt het openbaar vervoer maximaal gebruikt? In het Sociaal Huis, het OCMW, spelen SDG’s zoals armoede of diversiteit een grote rol, altijd al. Duurzaamheid betekent daar onder meer goede trajectbegeleiding die leidt tot een nieuwe, zinvolle levenssituatie.»
Verbinden
Judith Schrijvers en Hilt Rigouts komen uit Hoogstraten. Ook zij zijn enthousiast: «Het voordeel van de SDG’s is dat je een thema in een breder perspectief kunt plaatsen. Zo werken we aan veilige schoolstraten. We combineren mobiliteit, een kindvriendelijke aanpak en participatie. We merken ook dat je meer bereikt als je mensen in hun wijk laat samenwerken. Nog een voorbeeld is de lokale voedselstrategie. Ook dat trekken we open naar landbouw, de verwerkingsindustrie, consumenten enzovoort. We gaan telkens op zoek naar een gemeenschappelijk verhaal dat zaken in beweging zet. Hoogstraten heeft een stedenband met een gemeente in Benin. Boeren bij ons, maar ook in Benin kampen vaak met de weersomstandigheden. Dat werkt verbindend.»
Het bericht SDG: Duurzame steden en gemeenschappen verscheen eerst op Metro.