Delphine van Saksen-Coburg Gotha, die eind vorige week door de rechtbank officieel erkend werd als de dochter van de voormalige koning Albert II zegt “zeer blij” te zijn met de ontknoping van de rechtszaak die ze heeft ingezet. Ze zegt het gevoel te hebben dat ze eindelijk “het recht heeft gekregen om te bestaan”. Dat heeft ze op de radiozender La Première en in de krant Le Soir gezegd.
De gerechtelijke procedure om erkenning te krijgen heeft uiteindelijk zeven jaar geduurd. “Het gerecht heeft me gelijk gegeven, justitie heeft duidelijk vastgesteld dat ik het recht heb om erkend te worden. Dat geeft me rust, want het betekent dat ik gelijk had en dat ik een bestaansrecht heb”, zegt de prinses.
“Geen verwachtingen”
Sinds de erkenning officieel werd vorige vrijdag heeft Delphine van niemand van de koninklijke familie iets vernomen, niet van haar vader, noch van haar broers Filip en Laurent of haar zus Astrid. Ze heeft met haar vader overigens nooit contact gehad sinds 2001. “Ik heb ook geen verwachtingen in dat verband”, zegt ze, en ze betreurt dat de zaak niet binnen de familie is kunnen geregeld worden. “Ik heb de zaak gedurende vele jaren willen regelen achter gesloten muren, in het geheim, maar ik was het zwarte schaap. Dat was een onaangename en zelfs onleefbare situatie.” Of ze haar vader zijn houding wil vergeven? “Ik heb tijd nodig om alles te laten helen. Daar is tijd voor nodig.”
Tegen de monarchie
Delphine zegt ook dat ze is aangespoord om naar de rechtbank te trekken door mensen die tegen de monarchie waren. “Toen Filip en Mathilde hun huwelijk hadden aangekondigd, hebben tegenstanders van het koningshuis me opgezocht”, zegt Delphine. Ze zegt ook dat haar bestaan destijds geen groot geheim was, ook al werd er toen nog niet zoveel over gepraat. Ze voegt er nog aan toe dat ze haar strijd gevoerd heeft voor alle kinderen die buiten een huwelijk geboren zijn en niet erkend worden.
Om 14.00 uur maandag geeft de prinses een persconferentie.
Het bericht Prinses Delphine: “Eindelijk besta ik” verscheen eerst op Metro.