Er zijn een pak minder kinderen verloren gelopen aan de Belgische kust deze zomer. Dat blijkt uit cijfers van de Intercommunale Kustreddingsdienst van West-Vlaanderen (IKWV). Dit jaar liepen 1.021 kinderen verloren tijdens de zomermaanden tegenover 1.708 vorig jaar.
In juli was er al een daling te zien in de cijfers tegenover vorig jaar. Toen raakten 560 kinderen de weg kwijt aan de kust, terwijl dat er in 2018 1.100 waren, een record. In 2017 waren dat er 411 er en in 2016 liepen er in de eerste maand van de zomervakantie 714 kinderen verloren. In augustus dit jaar kwam dat cijfer op 461, nog minder dan in juli dit jaar.
Schuld van de hitte
In Oostende, Blankenberge en De Haan liepen de meeste kinderen verloren. Bredene en Zeebrugge hadden dan weer het kleinste aantal verloren gelopen kinderen. Een verklaring voor de daling ligt bij het typische Belgische zomerweer. “Op warme en drukke stranddagen waren er opmerkelijk veel personen de weg even kwijt, maar op de bewolkte en frissere dagen werden amper gevallen genoteerd”, klinkt het bij IKWV.
Bewaakte zones
Nu de zomer gedaan is, zijn de bewaakte zwemzones beperkt. Wie nu nog wil gaan zwemmen, kan in elke gemeente nog op een beperkt aantal reddingsposten terecht tot en met 15 september. Daarna kan je enkel nog in Oostende en Blankenberge terecht. Het IKWV benadrukt nogmaals het belang van het zwemmen in bewaakte zones. Zwemmen buiten de bewaakte zones is in principe verboden.
Het bericht Pak minder kinderen verloren gelopen aan kust verscheen eerst op Metro.