De vernietiging van tropische bossen is in maart met 150% toegenomen. Dat meldt natuurbeschermingsorganisatie WWF, dat satellietgegevens uit achttien landen heeft geanalyseerd. Er zijn veel aanwijzingen dat COVID-19 de vernietiging van bossen versnelt.
Op vrijdag 8 juni, Wereldmilieudag, luidt WWF de noodklok. In maart werden 645.000 hectare tropische bossen vernietigd. De bossen van Indonesië werden het hardst geraakt (130.000 hectare), gevolgd door de Democratische Republiek Congo (100.000) en Brazilië (95.000).
Illegale houtkap
“In Zuidoost-Azië heeft de lockdown ervoor gezorgd dat regeringen zich minder actief konden bezighouden met bosmonitoring en -beheer. De aanwezigheid van politie en eco-bewakers ter plaatse is ook afgenomen, wat illegale houtkap en het plunderen van andere hulpbronnen aanmoedigt”, aldus Thibault Ledecq, regionaal bossencoördinator voor WWF in Zuidoost-Azië.
Op veel plaatsen heeft het dalende inkomen door COVID-19 de bevolking in grote moeilijkheden gebracht. Mensen moeten op zoek naar nieuwe inkomsten. In Congo is de legale houthandel stilgevallen door de sluiting van de havens. In de Mekong-regio, in Zuidoost-Azië, dalen de inkomsten uit het toerisme en de verkoop van bosproducten. De nadelen van de pandemie komen bovenop de illegale houtkap voor winstbejag.
Steunmaatregelen
WWF roept de internationale gemeenschap op om haar verantwoordelijkheid te nemen. Ontwikkelings- en opkomende landen moeten ondersteund worden om hun bossen te beschermen. Natuur is namelijk ook een verdedigingswal tegen ziektes. Vooral de Europese Unie heeft hier een bijzondere verantwoordelijkheid in, als grootste importeur van voedsel dat verband houdt met ontbossing.
Het bericht Ontbossing met 150% toegenomen tijdens coronacrisis verscheen eerst op Metro.