De “treindienst van nationaal belang”, waarbij er wegens het coronavirus aanzienlijk minder treinen reden dan normaal, heeft een ongeziene stiptheid opgeleverd. In de maand april reed 97,2% van de binnenlandse treinen op tijd of met maximaal 6 minuten vertraging, zo blijkt uit gegevens van spoornetbeheerder Infrabel.
De goede stiptheidscijfers hebben alles te maken met de bijzondere tijden. Het risico op vertragingen was kleiner omdat er minder treinen reden en er veel minder reizigers op- en afstapten. Er waren ook beduidend minder incidenten op het spoor dan anders. En Infrabel beperkte de werken aan het spoor tot de essentiële ingrepen.
In april vorig jaar, met een normale dienstregeling, bedroeg de stiptheid 94,2%.
Treinverkeer hervat
De “treindienst van nationaal belang” werd op 23 maart ingevoerd door Infrabel en spoorwegmaatschappij NMBS. Het beperkte aanbod was vooral gericht op essentiële verplaatsingen. Vooral ’s avonds reden er minder treinen.
Sinds deze week is de normale treindienst vrijwel volledig hervat, omdat de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus beetje bij beetje versoepeld worden en er vermoedelijk weer meer mensen de trein zullen nemen. Reizigers moeten verplicht een mondmasker dragen.
Het bericht NMBS haalt tijdens coronacrisis stiptheid van meer dan 97% verscheen eerst op Metro.