Wie voor zijn eerste en tweede vaccinatie een verschillend vaccin krijgt toegediend, loopt meer kans op milde tot matige bijwerkingen na de tweede prik. Dat blijkt uit voorlopige gegevens van een onderzoek van de Universiteit van Oxford, die donderdag gepubliceerd zijn in het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet. De onderzoekers benadrukken dat dit aanleiding is tot bezorgdheid.
De studie naar bijwerkingen van de coronavaccins onderzocht mensen die eerst een AstraZeneca-vaccin kregen en als tweede dosis een prik van Pfizer/BioNTech, en omgekeerd. In beide gevallen was de frequentie van milde en matige bijwerkingen, zoals koorts, vermoeidheid en hoofdpijn, verhoogd. “De resultaten van deze studie suggereren dat het geven van twee verschillende vaccins leidt tot meer ziekte de dag na vaccinatie”, vertelt Matthew Snape van Oxford University, die de studie leidt. Dit heeft mogelijk belangrijke gevolgen voor de planning van vaccinaties in bepaalde landen.
Vaker bij jongere mensen
Voor de studie werden 830 vrijwilligers ouder dan 50 jaar onderzocht. Het is mogelijk dat bijwerkingen nog vaker voorkomen bij jongere mensen, aldus de onderzoekers. In april werd de studie uitgebreid met de vaccins Moderna en Novavax als tweede dosis, na een eerste vaccinatie met AstraZeneca of Pfizer/BioNTech. Op de resultaten daarvan is het nog afwachten.
Na de heisa rond het AstraZeneca-vaccin is in bepaalde landen beslist om mensen een tweede dosis te geven met een ander vaccin. In België is dat niet het geval.
Het bericht Mixen van coronavaccins vergroot kans op bijwerkingen verscheen eerst op Metro.