Als we denken aan de fitness, schieten er spontaan flitsen van zwetende bodybuilders door ons hoofd die onmenselijk zware gewichten tot ver boven hun hoofd tillen. Dat beeld is op z’n zachtst gezegd niet echt motiverend, want dat niveau zullen we wellicht nooit bereiken en wat heeft het dan voor zin om te gaan fitnessen? Wel, een Brits onderzoek werpt een nieuw licht op de zaak.
Trop is te veel en te veel is trop. Een uitspraak die iedereen kent, maar die we maar al te vaak over het hoofd zien. Nochtans is het gezegde ook in de fitness van toepassing.
Afwisseling
Een team wetenschappers van de Britse universiteit van Lincoln volgde voor het experiment zes weken lang zestien atleten op de voet. Die werden verdeeld in twee groepen: de ene helft moest proberen om tijdens de training in één keer zo veel mogelijk gewicht te heffen, de andere helft mocht kiezen welke gewichten ze gebruikten. Na afloop van de studie bleek dat atleten die zwaardere en lichtere gewichten afwisselden, fitter waren dan zij die enkel met zware gewichten sportten.
Blessures
“Er zijn een hoop factoren die kunnen bijdragen aan de prestaties van een sporter en die wisselen ook van dag tot dag. Denk bijvoorbeeld aan voeding, slaap of motivatie”, reageert hoofdauteur Harry Dorrell. “Door de keuze van het gewicht vrij te laten, konden we zien wanneer iemand een dipje had en daar het gewicht aan aanpassen.” Op die manier blijven sporters langer gemotiveerd en wordt de kans op blessures kleiner, waardoor je uiteindelijker fitter wordt.
Het bericht Zwaardere gewichten zijn niet altijd beter in de fitness verscheen eerst op Metro.