Avocado’s zijn het voedselequivalent van het perfecte vriendje: ze zijn lekker, gezond en houden je lange tijd verzadigd. Toch is het geen sinecure om de perfecte avocado te selecteren én hem dan ook nog eens op het perfecte moment op te eten. Hier enkele tips.
Kies met je handen
Doorgaans ruiken rijpe avocado’s iets beter. Maar wie zeker een rijp exemplaar mee naar huis wil nemen, voelt er best ook even aan. Verder kan het ook helpen om het steeltje eraf te halen en te kijken naar de kleur eronder. Als die groen is, dan zit je safe.
Variatie troef
Het is weliswaar verleidelijk om een grote zak afgeprijsde avocado’s in de kar te leggen, maar slim is het niet. De kans is namelijk klein dat je op één dag tien stuks zal verorberen. Door avocado’s met een andere rijpheid te kiezen, hoef je ze niet allemaal in één keer op te eten. De zachte exemplaren zet je in het begin van de week op het menu, de harde vruchten bewaar je voor het weekend.
Vermijd de koelkast
Avocado’s horen doorgaans niet thuis in de koelkast. Er bestaat echter één uitzondering: de rijpe exemplaren die je nog niet wil opeten. Omdat de koelkast het rijpingsproces vertraagt, blijft de avocado nog wat langer goed. Wil je net het tegenovergestelde bereiken? Stop je avocado dan in een papieren zak of een krant met wat bananen. Dat versnelt het rijpingsproces.
Het halve werk
Is een hele avocado een beetje te veel van het goede? Geen nood, je kan de helft waar de pit nog in zit wel degelijk bewaren. Om je avocado groen en vers te houden, sprenkel je bets wat citroen over het vruchtvlees. Verpak het geheel in een plastic folie die je zo strak mogelijk rond het vruchtvlees wikkelt.
Het bericht Zo halen jouw avocado’s het einde van de week wel verscheen eerst op Metro.