Netwerken kan een hele grote impact hebben op ons emotioneel en professioneel leven. Maar het ideale netwerk ziet er op elke leeftijd anders uit, stelt Amerikaans professor Marissa King.
Dat je met een sterk uitgebouwd netwerk je snel vooruitkomt, is een veelgehoord recept voor professioneel succes. Ook volgens een bekende theorie van socioloog Mark Granovetter zijn het niet je dichte vrienden of familieleden, maar vooral je kennissen die van tel zijn bij bijvoorbeeld de zoektocht naar werk.
En wie via zijn of haar netwerk aan een job geraakt, geniet volgens professor Marissa King van de Universiteit van Yale van extra voordelen. “We weten dat mensen die hun netwerk gebruiken om een baan te vinden sneller aangenomen worden, beter betaald worden, meer promoties krijgen en banen hebben die beter bij hun passen”, klinkt het in de New York Post bij King, die al 15 jaar sociale netwerken bestudeert. Klinkt veelbelovend, maar hoe begin je juist aan het ideale netwerk?
Kwantiteit of kwaliteit?
Een groot misverstand is dat hoe meer mensen je kent, hoe groter je kans op professioneel succes is. “Meer mensen kennen is niet altijd meer waardevol”, zegt King, “het creëert gewoon meer werk.” Volgens het ‘Getal van Dunbar’, bedacht door de antroploog Robin Dunbar, is 150 het aantal stabiele contacten dat iemand efficiënt kan onderhouden. Meer mensen in je netwerk houden, slorpt te veel tijd en energie op. De kwaliteit van je netwerk is dus veel belangrijk dan de kwantiteit.
Op het toilet
Dat laatste uit zich ook in een volgende tip van professor King: verspil je tijd niet aan grote netwerk-evenementen. Volgens de expert zijn die immers te oppervlakkig en kan je er moeilijk een betekenisvolle conversatie aanknopen.
Maar waar moet je dan wel heen om de beste contacten te leggen? Gewoon op het toilet van je kantoor, zo blijkt. Daar komen immers veel van je collega’s samen. Een hobby is ook een goeie plek om meer en waardevolle mensen te leren kennen.
Drie types
Volgens professor King bestaan er grofweg drie verschillende types netwerkers. De eerste noemt ze ‘de uitbreider’. ‘Uitbreiders’ zijn vaak populair, genereus en kunnen makkelijk mensen lezen. Ze hebben veel meer contacten dan de gemiddelde mens. En hoewel we eerder schreven dat meer contacten niet noodzakelijk beter is, hebben uitbreiders wel een voordeel op jonge leeftijd. Dan moet je immers “zien en gezien worden”, zegt King.
Dan zijn er de ‘makelaars’. Makelaars beperken hun kennissenkring niet tot één bepaalde wereld of werkcultuur, maar kennen verschillende mensen uit verschillende beroepen en bedrijven. “Ze genereren waarde door partijen die typisch niets met elkaar te maken hebben”, zegt King. Makelaars zijn erg handig in de creatieve sector, en komen ook van pas in het midden van je carrière.
Later in je leven heb je beter een zogenaamd ‘bijeenroepend netwerk’. ‘Bijeenroepers’ bouwen dichte netwerken waarin iedereen bevriend met elkaar is. Ze zijn vaak al jarenlang bevriend en hebben samengewoond of dezelfde job gehad. Dit soort structuur kan volgens King “helpen om je emotioneel gezond te houden en je wapenen tegen eenzaamheid en een burnout”.
Het bericht Zo bouw je een ideaal netwerk voor een succesvol leven uit verscheen eerst op Metro.