Veel ouders maken zich geen zorgen over de online privacy van hun kinderen. Dat blijkt uit de MediaNest Cijfers van Mediawijs, een onderzoek naar het mediagebruik en de mediawijsheid van 0- tot 7-jarigen. Jonge kinderen delen zelf nog niet veel op het internet, maar ouders moeten zich wel bewust zijn van welke foto’s ze zelf van hun kind delen, klinkt het.
Amper een vijfde maakt zich zorgen over de online privacy van hun kind. Vooral de vraag of het oké is dat er foto’s van je kind online staan maalt door het hoofd van ouders (24%), terwijl 18% wil weten welke gegevens van kinderen er online te vinden zijn, hoe ze die kunnen beschermen en wat voor info bedrijven allemaal verzamelen over hun kinderen. Amper 4% piekert over de gegevens die hun kind zelf deelt.
Bewust
“Op die jonge leeftijd zijn kinderen zelf niet actief op sociale media, maar de ouders en grootouders moeten zich wel goed bewust zijn wat zij van hun kinderen delen”, zegt Davy Nys van de UC Leuven-Limburg. Kenneth Schenning van Linc vzw, die inzet op leesbevordering en mensen vertrouwd maken met de digitale wereld, benadrukt ook dat er een groot verschil is tussen ouders. “Er zijn wel ouders die met privacy bezig zijn, en zij zijn er ook heel intensief mee bezig”, zegt hij. Toch benadrukken beide experts dat privacy in het algemeen onderbelicht is, ook als het gaat om het schermgebruik van kleine kinderen.
Ouders kunnen hun kinderen veel leren over het belang van privacy door zelf het goede voorbeeld te geven. “Vraag aan het kind of het oké is dat een foto gedeeld wordt of stel samen met je kind een wachtwoord in”, zegt expert mediaopvoeding Karen Linten. “En denk ook na met wie je foto’s van je kind deelt. Een foto in een WhatsApp-groep met familie posten is niet hetzelfde als het delen van een foto met heel de wereld.”
Schending van de privacy
Meer dan driekwart (77%) van de ouders kiest er bovendien voor om de zoekgeschiedenis van hun jonge kinderen niet te checken, mede omdat ze de privacy van hun kind niet willen schenden. Wel kiest 79% bewust voor apps of websites met kindvriendelijke inhoud, zoekt 60% samen met zijn of haar kind naar geschikte apps en bepaalt 58% de leeftijdsgrens wanneer een app dat toelaat. Slecht 30% maakt gebruik van software om beperkingen in te stellen en 25% creëert afspeellijsten met geschikte video’s.
Volgens Schenning en Nijs is het controleren van het mediagebruik van kinderen goed om een gesprek aan te gaan, maar dan moet die controle wel op een open en eerlijke manier gebeuren. “Als je kinderen stiekem gaat controleren, kan je daar pedagogisch niets mee aanvangen, want dan begin je al met een vertrouwensbreuk”, zegt Nijs. Omdat je met kleine kinderen moeilijk afspraken kunt maken over wat wel of niet mag, is het wel belangrijk om technische ingrepen te doen. “Dat blijkt ook uit het onderzoek”, zegt Nijs. “Ouders nemen veel preventieve ingrepen.” Schenning voegt daaraan toe dat het controleren van de zoekgeschiedenis voor veel ouders ook gewoon een ethische grens is die ze niet willen overschrijden.
De data zijn afkomstig van een online enquête die werd ingevuld door 493 ouders, bijna het overgrote deel moeders. Daarnaast werden tien gezinnen gecontacteerd voor een interview.
Het bericht We maken ons geen zorgen over online privacy van jonge kinderen verscheen eerst op Metro.