Sommige mensen moeten onder een deken liggen of ze kunnen de slaap niet vatten. Daar is een wetenschappelijke verklaring voor, want het beddengoed helpt onze hersenen om het lichaam klaar te maken voor de nacht.
Veel mensen zullen het tijdens de hittegolf gemerkt hebben: hoe warm het ook is, je hebt het gevoel van een deken op je lichaam nodig om in slaap te vallen. Dat is niet iets dat je jezelf hebt wijsgemaakt, maar een lichamelijke reactie met een wetenschappelijke reden. Beschutting zoeken onder een laken regelt je lichaamstemperatuur bij tijdens de slaap en bevordert de aanmaak van rustgevende hormonen.
Slaap, koud kindje, slaap
Vlak voor je gaat slapen neemt de temperatuur in je lichaam af. Dat is een signaal dat het tijd is om onder de wol te kruipen en meer energie te steken in je spijsvertering en het herstel van kwetsuren of ziektes. Maar om te voorkomen dat je ’s nachts wakker wordt van de koude, mag die temperatuur niet te hard dalen. Daarom is het deken zo aangenaam en is het tegelijk zo moeilijk om tijdens warme nachten in slaap te vallen. Omdat je temperatuur te hoog is, heeft het lichaam niet de reflex om in slaap te vallen.
Wat een deken nog doet, is de aanmaak van serotonine stimuleren. Serotonine is een hormoon dat je helpt kalmeren. “De zwaarte van het beddengoed kan diepe drukstimulatie veroorzaken die het para-sympathische zenuwstelsel activeert, waardoor bij sommige personen dopamine- (een andere stemmingsbevorderende neurotransmitter) en serotonine-spiegels worden verhoogd”, legt Ellen Wermter uit aan The Huffington Post. Zij is woordvoerder van Better Sleep Council.
Het bericht Waarom je niet zonder een deken kan slapen verscheen eerst op Metro.