Waar is de tijd dat we allemaal een baksteen hadden om mee te bellen, en je telefoon nooit kapot ging? Tegenwoordig heeft iedereen een smartphone, en die durven sneller dienst te weigeren. Met deze vijf tips is je gsm een langer leven beschoren.
1. Niet in je achterzak
Veel mensen durven hun gsm wel eens in hun achterzak te stockeren. Dat is niet zo’n slim plan, want voor je het weet ga je er per ongeluk op zitten en breekt je gsm in tweeën. Ook puilt je gsm vaak uit je achterzak, en zo kan hij eruit vallen of gemakkelijk worden gestolen.
2. Geen water
Het klinkt logisch, maar zorg ervoor dat je gsm niet nat wordt. De wc, de badkamer of de keuken zijn potentieel gevaarlijke plekken. De meeste smartphones zijn niet opgewassen tegen een zwembeurt. Pas ook op met sneeuw en regen. Als je gsm in een natte broekzak zit, kan hij ook al waterschade oplopen.
3. Niet te warm
Smartphones durven al eens oververhitten als je bepaalde interne componenten lang gebruikt. Vooral je gps durft wel eens extra warmte te genereren. Leg je toestel ook nooit in de vlakke zon. Als je gsm oververhit is, zet je hem best uit en leg je hem op een koele plek. (en nee, daarmee bedoelen we niet je ijskast)
4. Ook niet te koud
Bij extreem koude temperaturen durft de batterij ook wel eens te haperen, als spreken we dan wel over min 20 graden Celsius. Zachtere vrieskou kan ook een invloed hebben, want de lithium-ionbatterij draineert sneller bij vrieskou. In de winter hou je je gsm dus best wel een beetje warm.
5. Te lang ‘aan’
Iedereen maakt zich schuldig aan deze slechte smartphonegewoonte. (tenzij je batterij al op het einde van haar leven is) Je toestel heeft het nodig om af en toe helemaal uitgezet te worden. Zo kan je smartphone de nodige updates doen en kan je interne software verversen. Anders loop je het risico dat je gsm steeds trager gaat werken.
Het bericht Vijf dingen die je smartphone sneller kapot maken verscheen eerst op Metro.