Mensen met kinderen zijn gelukkiger dan mensen zonder kroost. Dat geluk voelen ze wel pas later in hun leven, meer bepaald als hun nageslacht uit het ouderlijk huis vertrokken is. Vanaf dan leveren ze meer voordelen dan nadelen op.
Wil je op latere leeftijd je kans op een gelukkig leven vergroten? Dan kan je best kinderen krijgen en moeten ze uiteindelijk ook op zichzelf gaan wonen. Dat blijkt uit een onderzoek van de universiteit van Heidelberg waarbij 50.000 50-plussers uit 16 Europese landen naar hun mentaal welzijn werd gevraagd. Daaruit blijkt dat de positieve effecten van het ouderschap pas na heel wat jaren de bovenhand halen.
De balans slaat over naar geluk
De grootste meerwaarde is te vinden in de sociale steun die kinderen bieden aan hun ouders. Een goed sociaal netwerk leidt tot meer blijdschap, minder eenzaamheid en kan als een buffer werken bij stressvolle gebeurtenissen. Maar kinderen die nog thuis wonen, hebben een negatief effect op het geluk van hun ouders. “De resultaten wijzen op het feit dat de negatieve link tussen kinderen en het algemeen welzijn van de ouders niet opgaat voor mensen waarvan het kroost het huis al heeft verlaten”, staat er in de conclusie van het onderzoek. “Wanneer de stress van een balans te vinden tussen opvoeding, werk en ontspanning kan het sociaal contact de bovenhand nemen.”
Christoph Becker, die deel uitmaakte van het onderzoeksteam, vertelt aan CNN dat sociale cohesie samenhangt met een hogere waardering van het leven. Die sociale impulsen moeten niet per se van kinderen komen. Oudere mensen zonder kinderen kunnen dezelfde voordelen ervaren als ze mensen rond zich hebben waarmee ze hun interesses en problemen kunnen delen. Hij plant om het onderzoek te verlengen, zodat het effect op de lange termijn gevolgd kan worden.
Het bericht Kinderen maken je gelukkiger… zodra ze het huis uit zijn verscheen eerst op Metro.