Hebben je ouders je drie of meer broers en zussen geschonken? Dan is de kans groter dat je in een gelukkig gezin bent opgegroeid. Dat is de conclusie van een Australisch onderzoek. Al hangt veel af van de moeite die je ouders moesten doen om aan dat groot gezin te geraken.
Je broers en/of zussen kunnen af en toe het bloed van onder je nagels halen, maar je moet ze ook dankbaar zijn. Het is namelijk door hen dat je in een gelukkig gezin bent opgegroeid. Althans, als je drie of meer broers of zussen hebt, stelt dr. Bronwyn Harman. Hij geeft les aan de Australische Edith Cowan University en onderzocht de link tussen de grootte van een gezin en het geluk dat ze ervaren. En wat blijkt: hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
Altijd een speelmaatje
De professor bevroeg honderden ouders en peilde naar hun veerkracht, sociale ondersteuning, zelfvertrouwen en tevredenheid. Daaruit bleek duidelijk dat mensen die aan het hoofd staan van een groot gezin zichzelf een hogere tevredenheidsscore geven, meldt Metronieuws. Bovendien geven hun kinderen aan dat ze vanaf een jongere leeftijd zelfstandig waren en altijd iemand hadden om mee te spelen.
Het gevoel van geluk is wel het grootst als de ouders op voorhand al het plan hadden om een groot gezin te stichten. Hoe onverwachter de uitgebreide kroost of hoe meer het moeite het kostte, des te meer verdwijnt het gelukzalig gevolg.
Het bericht Gezinnen met vier kinderen of meer zijn het gelukkigst verscheen eerst op Metro.
