Neem jij je smartphone ook overal mee naartoe en kan je eigenlijk niet zonder? Dan kick je toch best af van het toestel. Volgens de Amerikaanse psycholoog Suzana Flores word je er namelijk ongelukkiger door.
“Smartphones zijn heel verslavend”, legt Flores aan Business Insider uit. “Het is belangrijk dat we ze met mate gebruiken”, vindt de psycholoog. “Anders kunnen smartphones slecht voor ons zijn.”
Slaapproblemen
Heel veel mensen nemen hun telefoon mee naar hun slaapkamer. Toch is dat geen goed idee. Door naar het schermpje te staren vlak voor je gaat slapen, val je moeilijk in slaap. “Het is slecht voor onze ogen en het leidt ons af”, legt Dr. Flores uit. Krijg je een melding wanneer je in bed ligt? Dan ben je meteen weer klaarwakker.
Nefast voor relaties
Zowel je partner, vrienden als familie hebben er last van wanneer jij constant op je gsm zit. “Ben je in gezelschap en schenk je meer aandacht aan je scherm in plaats van aan de persoon voor je? Dan krijgt de andere het gevoel dat hij onbelangrijk is”, aldus de psycholoog.
In gezinnen is overmatig smartphonegebruik nog problematischer. “Wanneer ouders op hun gsm bezig zijn, hebben ze geen aandacht voor hun kinderen”, vertelt Flores. Zij kunnen zich hierdoor verwaarloosd en onbelangrijk voelen, wat negatieve gevolgen kan hebben op de ontwikkeling van hun persoonlijkheid.
Gegijzeld door het scherm
Wanneer je een bericht verstuurt, verwacht je onmiddelijk een antwoord. Daardoor voel je druk om constant bereikbaar te zijn. Volgens Flores moet je voor jezelf uitmaken of je constant online wil zijn en moet je enkel antwoorden wanneer dat voor jou past.
Mentale gezondheid
“Leg je smartphone zo veel mogelijk weg, dat is goed voor je mentale gezondheid”, stelt de Amerikaanse voor. Door veel te gsm’en verhoog je namelijk het risico op een depressie. Dat komt vooral door social media. Daar vergelijk je je eigen leven met dat van een ander. “Dat is allesbehalve gezond”, aldus de psycholoog.
Het bericht Dit is waarom je smartphone slecht voor je is verscheen eerst op Metro.
