Wanneer we na deze hectische crisisperiode terug op reis mogen, sta je wellicht niet te springen om in de meest bruisende, met toeristen volgepropte stad te gaan kuieren. Waar je dan wel heen kan? Op een van deze vijf idyllische eilanden, waar je in alle rust geniet van prachtige natuurtaferelen en verse lucht.
Onze valiezen hoeven we nog niet bijeen te pakken, maar wegdromen bij toekomstige vakantieplannen is wél al toegestaan. Om je te helpen in je keuzestrijd is hier alvast een handige vuistregel: hoe kleiner en afgelegener, hoe liever. Ontdek hier de vijf schattigste en meest sprookjesachtige eilanden.
1. Corvo (Azoren, Portugal)
Op zo’n 1.600 kilometer van het Portugese vasteland liggen de prachtige Azoren. Nee, dat zijn geen gebronzeerde beachboys op een strandhanddoek aan de kust, maar wel een ketting van negen eilanden. Ten noorden van het grootste en drukste eiland São Miguel, ligt het serene Corvo. Het plekje telt slechts achttien vierkante kilometers, 400 inwoners en drie restaurants. Toch is er voor avonturiers meer dan genoeg te beleven: je kan er vissen, een duik nemen in de zoetwatermeren, vogelspotten en zelfs vulkanen beklimmen.
2. Sealioneiland (Falklandeilanden, Zuid-Amerika)
Amper een paar zeemijl van het meest zuidelijke topje van Argentinië drijven de Falklandeilanden. Nóg eens in het zuiden van dat groepje – het wordt nu wel heel koud – ligt het Sealioneiland. En je raadt nooit waarvoor dat afgelegen stukje land bekendstaat. Jawel: het rijke wildleven waaronder zeeleeuwen, pinguïns, zeeolifanten, stormvogels en orka’s. Om er te geraken moet je wel je eventuele klimaatprincipes even aan de kant schuiven. Het vraagt namelijk drie verschillende vluchten om simpelweg van het vasteland op het eilandje te geraken. Veel succes met je moreel dilemma!
3. Isla Mujeres (Mexico)
Het worstje tussen de sandwich gevormd door de Caribische Zee en de Golf van Mexico heet Isla Mujeres. Dit slaperige eiland wisselt de met techno gevulde nachtclubs uit het naburige Cancún in voor luchtige beachbars en een kalme binnenstand. Andere beloftes van dit zonnige plekje zijn kleine eettentjes met menu’s vol visvangst en zeevruchten, lokale artisanale winkeltjes en… een schildpaddenheiligdom. Dat zijn in ieder geval enkele betere manieren om je centen te spenderen dan aan een huurauto. Op dit mini-eiland verplaats je je namelijk best met een golfkarretje, brommer, fiets of gewoon te voet.
4. Little St. Simons (Georgia, VS)
Dit eiland wordt ook wel de parel van de Golden Isles uit Georgia genoemd. Op de veertig vierkante kilometers aan barrière-eiland vind je onbevlekte stranden, gigantische cederbomen en een gamma aan wildleven. Helaas moet je om erheen te reizen wel selectief zijn in je gezelschap. Little St. Simons telt namelijk slechts zes kleine huisjes voor bezoekers. On the bright side: nu heb je een goed excuus om de eventuele vervelende lieven van je vrienden lekker thuis te laten.
5. Dangar Island (Australië)
Ten noorden van Sydney en temidden in de Hawkesbury River ligt een lapje groen dat Danger Island heet. Tussen het bos en de bomen vind je autovrije wegen, huisjes aan het water, uitgestrekte stranden en zo’n 250 inwoners. Die lokale bevolking houdt de charme van hun woonplaats liever onder de radar, maar toch vonden toeristen al hun weg naar dit eiland. Elk jaar spoelen hier wel enkele inwoners van New South Wales aan om hun drukke stadsleven even in te ruilen voor dit vredige uitzicht.
Het bericht Deze vijf piepkleine maar prachtige eilanden moet je ontdekken (foto’s) verscheen eerst op Metro.
