Heerlijk, zo’n verfrissend ritje op de motor. En toch: hoewel het aantal ongelukken met motorrijders de voorbije tien jaar met een kwart gedaald is, blijft het een tricky hobby. Daarom enkele tips om met een gerust hart de wegen te trotseren.
De adrenaline die door je lijf giert als je op de motor zit: het blijft een verslavend gevoel. Maar tegelijkertijd weet je dat je als motorrijder voortdurend op je hoede moet zijn, want gevaar loert steeds om de hoek. Motoragenten krijgen immers niet voor niets twee keer per jaar training. Daarmee houden ze hun rijvaardigheden op niveau en leren ze slechte gewoontes af.
Gewone motorrijders moeten dergelijke training zelf inbouwen, en dat vergt discipline. Om je alvast op de goede weg te helpen, overlopen we enkele belangrijke zaken.
1. Motorkledij
Vooraleer je op je stalen ros kruipt, zorg je ervoor dat je kledij draagt die je voldoende bescherming biedt in het geval dat er iets misloopt. Dan hebben we het niet alleen over een helm, maar tevens over handschoenen, een jas met lange mouwen, een lange broek of overall, en motorlaarzen en motorschoenen. Ongeacht het seizoen is die uitrusting verplicht.
Zorg ervoor dat je helm goedgekeurd is volgens de ECE 22.05 norm. Dat is verplicht in Europa. Bovendien koop je best een helm met een buitenschaal van polyesterhars, oftewel glasfiber. Die gaan langer mee dan de goedkopere helmen van ABS of polycarbonaat die zodanig aangetast worden door uv-licht dat ze om de twee jaar moeten vervangen worden. Een helm die al een val heeft meegemaakt, draag je best niet meer. Het risico dat hij geen optimale beveiliging meer biedt is dan immers te groot.
2. Conditie
Uiteraard is het belangrijk dat je motor in goede staat verkeert. Kijk regelmatig de bandenspanning na, check of al je lichten werken en vergeet niet dat remblokjes kunnen verslijten.
Uit onderzoek is echter gebleken dat motorongelukken nauwelijks veroorzaakt worden door een defect, maar in vele gevallen wél door een gebrek aan aandacht van de bestuurder. Daarom is het van groot belang dat je je conditie op pijl houdt en dat je niet te moe bent als je de baan op gaat. Motorrijders moeten immers voortdurend vooruit kijken en anticiperen, dus ga enkel met een frisse kop de baan op. Zorg er tevens voor dat je – zeker bij lange ritten – op tijd eet en drinkt en je problemen even vergeet. De aandacht moet volledig naar het motorrijden gaan. Verzinken in gedachten kan levensgevaarlijk zijn.
3. Kennis
Fris regelmatig je rijkennis op. Motorrijders mogen op elke rijstrook, behalve de pechstrook, rijden. De veiligste positie op een rijstrook is net iets links van het midden. Een autobestuurder zit ook op die hoogte en zo kan hij je makkelijker opmerken in zijn achteruitkijkspiegel.
Als motorrijder heb je een groot voordeel bij files. Je mag de auto’s immers passeren, maar er gelden wel enkele beperkingen. Zo mag een motorrijder bij filevorming niet sneller dan 50 km/u rijden tussen de stilstaande wagens. Het snelheidsverschil tussen de motorrijder en de auto’s mag bij file overigens niet meer zijn dan 20 km/u. Inhalen mag op autosnelwegen dan overigens alleen op de twee meest links gelegen rijstroken.
Het bericht Deze tips leest elke motard best even alvorens de baan op te gaan verscheen eerst op Metro.