“Die muis is veel banger voor jou dan jij voor haar!” Het is een zinnetje dat je vast weleens hebt horen voorbijkomen als je het niet zo hebt voor muizen. En het klinkt logisch, maar toch spring je spontaan recht als iemand het m-woord nog maar durft uit te spreken. Maar waarom zijn we zo bang voor die kleine knaagdieren?
Het is erg cliché, maar vrouwen zijn nu eenmaal vaker bang voor muizen dan mannen. Dat beeld je je niet in, het is ook echt zo. Negen op de tien mensen met een muizenfobie zijn vrouwen. Angsttherapeut Jan van den Berg van het fobieëncentrum IPZO in Nijmegen geeft een woordje uitleg aan Trouw.
Cultureel
“Vrouwen hebben meer dwarsverbanden in hun hersenen dan mannen. Het voordeel daarvan is dat ze beter details signaleren en sociale verbanden doorgronden. De keerzijde is dat ze sneller bang zijn”, aldus van den Berg. Verder speelt ook onze opvoeding een rol. Bij vrouwen worden haast aangespoord om bang te zijn, terwijl mannen stoer moeten overkomen en dus beschermend optreden. Dat verschil is absoluut niet biologisch, maar wordt alleen veroorzaakt door onze cultuur. Als je ouders bang zijn voor muizen is de kans bovendien groot dat ze die schrik op jou overdragen.
Biologisch
De angst voor muizen op zich is wel voor een stuk biologisch van aard. Volgens van den Berg staan ze historisch bekend voor het overdragen van ziektes en is een angstreactie dus op z’n minst deels instinctief. Ze bewegen zich bovendien snel en onvoorspelbaar, wat zorgt voor een gevoel van onbehagen. Gelukkig kan je wel iets doen aan je fobie, met name door middel van gedragstherapie. Daarbij wen je in een gecontroleerde omgeving aan het beeld van en later ook aan de fysieke aanwezigheid van muizen. “Veel mensen vinden muizen daarna leuk. Soms geven we ze zelfs in een kooitje mee, dan kunnen ze ze thuis verzorgen”, zegt de angsttherapeut.
Het bericht Daarom zijn we zo bang voor muizen verscheen eerst op Metro.