Iedereen kent wel iemand die denkt dat hij het altijd beter weet. Maar goed nieuws: Ze zijn in feite helemaal niet slimmer dan jij. Volgens een Amerikaans onderzoek zijn mensen die van zichzelf geloven dat ze slimmer zijn dan anderen vaak net het tegenovergestelde. Dat komt doordat ze de neiging hebben om zichzelf te overschatten.
Psychologen Michael Hall en Kaitlin Raimi onderzochten of mensen met een hoog niveau van “overtuigingssuperioriteit” – de gedachte dat je mening correcter is dan die van anderen – daadwerkelijk een diepere kennis hadden over zaken.
Reeks meerkeuzevragen
Ze stelden enquêtes op over vijf controversiële thema’s: inkomensongelijkheid, de grootte van de federale overheid, terrorisme, werkgelegenheid en wapenwetgeving. Die legden de enquêtes voor aan 2.573 volwassen Amerikanen en vroegen hen om te beschrijven in welke mate hun standpunten superieur waren. Vervolgens werd hun kennis over de onderwerpen getest met een reeks meerkeuzevragen.
Uit de studie bleek dat diegenen die hun eigen mening over het onderwerp relevanter vonden dan die van anderen er in werkelijkheid net minder over wisten. Wie de waarde van zijn mening lager inschatte, had daarentegen net een grotere kennis over de kwestie.
Zelfbewustzijn
De bevindingen wijzen op het Dunning-Kruger effect. Het effect beschrijft hoe mensen met een laag cognitief vermogen geloven dat ze meer competentie en kennis hebben dan ze in werkelijkheid bezitten. Dat komt omdat ze het cognitieve vermogen missen om te beseffen dat hun keuzes en conclusies soms verkeerd zijn. Mensen met een hogere cognitief vermogen onderschatten dan weer hun eigen vaardigheden, omdat ze zich bewust zijn van de beperkingen van hun hersenen.
Het bericht Betweters weten het niét beter, blijkt uit studie verscheen eerst op Metro.