Een antropoloog heeft in een grot in Bolivia een oude begraafplaats en verschillende attributen gevonden, waaronder een duizend jaar oud tasje gemaakt van samengebonden vossensnuiten. Uit analyse blijkt nu dat er verschillende drugs in zaten.
Samen met zijn collega’s ontdekte antropoloog José Capriles dat de duizend jaar oude buidel verschillende hallucinogene stoffen bevatte. Naast sporen van cocaïne troffen ze ook DMT en harmine aan. Dat zijn stoffen die zich in ‘ayahuasca’, een hallucinerende thee bevinden. Het goedje werd eeuwenlang gedronken tijdens spirituele rituelen.
Sjamaan
Door de opmerkelijke inhoud van het tasje gaan de onderzoekers er van uit dat de gebruikers weet hadden van de psychoactieve eigenschappen van de stoffen. Vermoedelijk behoorde de buidel toe aan een sjamaan, een soort medicijnman die communiceert met de geestenwereld en magie zou gebruiken.
Bewijs
“Mogelijk heeft de eigenaar van het tasje verschillende planten tegelijk gecombineerd om hun uitwerking te vergroten”, vertelt archeologe Melanie Miller van de universiteit van Ontago in Nieuw-Zeeland aan het wetenschapsmagazine Science Mag.
In het zakje zaten ook allerlei hulpmiddelen die bij het toedienen van de drugs van pas komen. De bijzondere vondst is het bewijs dat mensen al zeker duizend jaar verdovende middelen gebruiken.
Het bericht Archeologen ontdekken 1.000 jaar oude drugs van sjamaan verscheen eerst op Metro.