We kennen het allemaal. Je vertrekt op vakantie, bent helemaal ontspannen en kijkt al uit naar je eerste goede nachtrust in tijden. Geen stress, geen lawaai. Maar eens het zover is, lig je de hele nacht te woelen en word je ’s ochtends moe en chagrijnig wakker. Maar hoe komt dat eigenlijk?
Terwijl die eerste nacht eigenlijk een slaapfeestje zou moeten zijn, kampen de meesten onder ons met slapeloosheid tijdens die eerste nacht op vakantie. En hoewel dat erg tegenstrijdig klinkt, is het dat helemaal niet.
Gevaren
Die eerste slechte nachtrust op vakantie wordt ook wel het eerstenachtsyndroom genoemd. Volgens slaapexperts heeft het alles te maken met je nieuwe slaapomgeving. Een nieuwe kamer, een ander bed, bizarre nachtelijke geluiden… Niet bepaald bevorderlijk voor je slaap. Net zoals een dier zijn we op zo’n momenten extra alert om eventuele gevaren op tijd op te merken. Je brein blijft dus actief en dat gaat slecht samen met een goede nachtrust. De tweede nacht verloopt meestal een stuk beter, maar als je het risico op het eerstenachtsyndroom wil beperken, volstaat het om je eigen kussen mee te nemen. Door de vertrouwde geur komt je brein sneller tot rust en slaap je dus beter. Erg handig is het niet, maar je moet er dan ook iets voor over hebben om goed te slapen!
Het bericht AHA! Daarom slaap je slecht tijdens de eerste nacht van je vakantie verscheen eerst op Metro.
