De levensverwachting bij geboorte in België bedroeg vorig jaar 81,8 jaar voor de volledige bevolking. Voor de vrouwen ligt die levensverwachting zoals bekend iets hoger van bij mannen: 84 tegenover 79,6 jaar. Dat blijkt uit een analyse van de sterftecijfers door Statbel.
Het Belgische statistiekbureau beklemtoont dat het gaat om cijfers voor de start van de coronapandemie. Ten opzichte van 2018 is de levensverwachting met 0,3 jaar gestegen, meer dan de toename met 0,1 jaar die in 2018 werd geoberserveerd.
Wordt er naar de verschillende gewesten gekeken, dan ligt de levensverwachting bij geboorte in Vlaanderen het hoogst, met 82,7. Voor Brussel is dat 81,6 en voor Wallonië 80,3 jaar. In Wallonië is de verwachting wel het sterkst gestegen, met 150 dagen of 0,41 jaar. In Vlaanderen is dat 128 dagen (0,35 jaar) en in Brussel 22 dagen.
Uit de statistieken blijkt verder nog dat het totale sterftecijfer vorig jaar licht gedaald is, naar een brutosterftecijfer van 9,5 per 1.000 inwoners – in 2018 bedroeg dat cijfer nog 9,7.
Het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen is ook in 2019 heel licht afgenomen. Bij beide geslachten stijgt de levensverwachting, maar bij mannen is dat sterker dan bij vrouwen: plus 139 dagen tegenover 113 dagen extra. Het verschil in levensverwachting tussen vrouwen en mannen bedraagt nu 4,4 jaar – in 1998 bedroeg dat verschil nog 6,3 jaar.
Het bericht Levensverwachting van de Belg vorig jaar toegenomen: we worden nu gemiddeld 81,8 jaar oud verscheen eerst op Metro.