De Kamer heeft in de nacht van donderdag op vrijdag de oprichting goedgekeurd van een bijzondere commissie die de aanpak van de COVID-19-epidemie door België moet onderzoeken. Socialisten, liberalen, Ecolo-Groen, CD&V, N-VA en DéFI waren het eens, Vlaams Belang en PVDA stemden tegen omdat zij een parlementaire onderzoekscommissie wilden. CdH onthield zich.
De bijzondere commissie zal uit 17 leden bestaan. Andere fracties krijgen een lid zonder stemrecht. De commissie wordt bijgestaan door vier experten die twee maanden tijd krijgen om een voorbereidend verslag op te stellen over de opdrachten van de commissie, zodat die na het zomerreces meteen aan de slag kan gaan. Ze kan indien nodig omgevormd worden tot een parlementaire onderzoekscommissie.
Coördinatie
De opdracht van de commissie is zeer ruim: de voorbereiding op en de aanpak van een grootschalige gezondheidscrisis, de informatie waarover België beschikte vanaf de uitbraak in december in China, het beheer van de strategische voorraden van medisch materiaal en geneesmiddelen, de coördinatie en uitvoering van maatregelen om de epidemie te bestrijden, de begeleiding en ondersteuning van de ziekenhuizen, de besluitvorming rond de lockdown, de rol van het Crisiscentrum, de niet-medische aspecten van de crisis, en aanbevelingen voor de toekomst. Voorts wordt nog benadrukt dat de bijzondere commissie geregeld zal overleggen en informatie zal uitwisselen met de gelijkaardige commissie in de deelstaatparlementen.
Debat
Kristof Calvo verklaarde tijdens het debat dat Ecolo-Groen zich zou willen onthouden bij de motie, maar stelde vast dat dit bij zitten en opstaan niet mogelijk is. “We zijn voorstander van een parlementaire onderzoekscommissie, maar als we tegen een bijzondere commissie stemmen, hebben we niets”, verantwoordde hij dat de fractie de motie zou goedkeuren.
Hij wees er ook op dat het voorzitterschap van de bijzondere commissie volgens het systeem D’Hondt aan de Open Vld toekomt. Aangezien verschillende partijgenoten belangrijke verantwoordelijkheden hebben in het dossier, vroeg hij garanties voor de onafhankelijkheid van de commissievoorzitter. Open Vld-fractieleider Vincent Van Quickenborne garandeerde de objectiviteit van de voorzitter, “ook als er verantwoordelijkheden moeten worden vastgelegd”. Hij legde net als een aantal andere sprekers de nadruk op het engagement dat er een goede samenwerking moet zijn tussen de verschillende bijzondere commissies omdat duidelijk gebleken is dat men bij de crisis gebotst is op de limieten van de bevoegdheidsverdelingen. De werkzaamheden van de vier commissies moeten op elkaar afgestemd worden, vond Van Quickenborne.
Onderzoekscommissie
Vlaams Belang en PTB-PVDA stemden tegen omdat zij een onderzoekscommissie eisten. “Als er voor 10.000 overlijdens geen onderzoekscommissie wordt opgericht, waarvoor dan wel”, vroegen fractieleiders Barbara Pas (Vlaams Belang) en Raoul Hedebouw (PVDA) zich af. Pas merkte ook op dat er in de oprichtingsmotie geen vraag naar de verantwoordelijkheid gesteld werd. Hedebouw stelde dat hij driemaal aan minister De Block contracten had opgevraagd, maar dat zij dat telkens weigerde.
CdH-fractieleidster Catherine Fonck vond het onbegrijpelijk dat er geen onderzoekscommissie komt, hoewel een meerderheid enkele weken geleden deze nog steunde. CdH diende een reeks amendementen in om het woord ‘bijzondere commissie’ te vervangen in ‘parlementaire onderzoekscommissie’, maar die werden alle weggestemd. Uiteindelijk onthield de fractie zich, samen met nog een Kamerlid.
Omvorming
Zowel de groenen, als sp.a en DéFI gaven aan eigenlijk een onderzoekscommissie te verkiezen boven een bijzondere commissie. Ze benadrukten dan ook de mogelijkheid om de commissie bij de minste weerstand om te vormen. MR-fractieleider Benoît Piedboeuf wees erop dat zowel de onderzoekscommissie als de bijzondere commissie uit dezelfde leden zou bestaan. “Zouden die zich opeen anders gedragen?”, vroeg hij zich af. “Hoe de kat ook noemt, als ze maar muizen vangt”, reageerde zijn CD&V-collega Servais Verherstraeten. Hij merkte ook op dat een bijzondere commissie beroep kan doen op de wet op de openbaarheid van bestuur.
“De werking van een commissie is afhankelijk van de dynamiek”, vatte Kamervoorzitter Patrick Dewael zijn ervaring in zeven bijzondere en onderzoekscommissies samen. “Vaak werkt de loyauteit aan de meerderheid remmend, en laat er nu geen meerderheid of coalities zijn”, aldus de Open Vld, voor wie de commissieleden nu hun onafhankelijkheid als parlementslid kunnen bewijzen.
Het bericht Kamer keurt oprichting bijzondere commissie COVID-19 goed verscheen eerst op Metro.