Kinderen die jonger zijn dan tien jaar, hebben meer antilichamen na een besmetting met het coronavirus dan adolescenten en volwassenen. Dat blijkt uit een studie gepubliceerd in het wetenschappelijke blad Jama.
De wetenschappers analyseerden meer dan 31.000 serologische testen die in New York zijn afgenomen tussen april en augustus 2020. Ze focusten zich op testen die positief bleken en dus wezen op een infectie met het coronavirus.
Afhankelijk van leeftijd
Uit de resultaten blijkt dat kinderen tussen 1 en 10 jaar een “heel wat hoger” mediaan niveau aan Immunoglobuline G (IgG), de klasse antilichamen het meest aanwezig in bloed, hebben dan volwassenen. Het laagste niveau IgG is waargenomen bij jonge volwassenen tussen 19 en 30 jaar oud. Dat niveau neemt daarna toe met de leeftijd, om nog onbekende redenen, aldus de wetenschappers.
Uit diepere analyses op een kleiner aantal bloedstalen bij kinderen, tieners en jongvolwassenen, blijkt dat het mediane niveau aan IgG twee keer hoger lag bij kinderen tussen 1 en 10 jaar dan bij adolescenten (11 tot 18 jaar). Bij die laatste leeftijdsgroep lag het niveau dan ook twee keer hoger dan bij jonge volwassenen (19 tot 24 jaar). “Onze gegevens kunnen gedeeltelijk het globaal lagere niveau aan symptomen en ernstige gevallen van de ziekte bij besmette kinderen verklaren”, klinkt het.
Het lichaam produceert antilichamen bij besmetting met een virus, om dat virus te bestrijden.
Het bericht Jonge kinderen maken meer antilichamen tegen coronavirus aan verscheen eerst op Metro.