Gaan we binnenkort terug samen naar het werk, de winkel en op restaurant? Daarvoor moeten we eerst weten hoe sterk het coronavirus nog aanwezig is. Een corona-app zoals in China, Zuid-Korea en Singapore zou daarbij kunnen helpen. Toch zal die er bij ons nog niet meteen komen.
Als we terug naar het normale leven willen, kan ‘contact-tracing’ of contactopsporing ons helpen om de verspreiding van het virus in kaart te brengen. Door te kijken wie met besmette personen in contact is gekomen, kunnen we aan hen vragen om zich te laten testen of in quarantaine te gaan. Een corona-app die via het gsm-netwerk automatisch registreert met wie je allemaal in aanraking komt, zou dat makkelijker maken. Maar volgens VRT NWS zullen we daar nog even op moeten wachten.
Wat met onze privacy?
Eind maart richtten de federale ministers Maggie De Block (Volksgezondheid, Open VLD) en Philippe De Backer (Digitale Agenda, Open VLD) een ‘Data Werkgroep tegen Corona’ op. Die houdt zich bezig met de ontwikkeling van de app. Verschillende ontwikkelaars toonden zich bereid om aan het plan mee te werken. Toch blijft het nu al een tijdje stil.
De ontwikkelaars hebben echter niet stilgezeten. Enkele apps zijn zelfs al klaar voor gebruik, maar roepen vragen op over onze privacy. Met zo’n corona-app zou de overheid op elk moment kunnen nagaan waar we ons bevinden en met wie we omgaan. In ieder geval moet er rekening gehouden worden met de bestaande wetten rond privacy, of zullen die wetten moeten worden aangepast. Om tot een oplossing te komen is er veel discussie en dus ook veel tijd nodig.
Verschillende regio’s, verschillende apps
Een andere reden voor de vertraging is de manier waarop ons land werkt. Elke overheid heeft namelijk andere taken. Het Vlaamse, Waalse en Brusselse Gewest zijn bevoegd voor contactopsporing, privacy is dan weer een bevoegdheid van de federale overheid. Die laatste werkt momenteel aan een juridisch kader om de apps te laten werken. “De regio’s moeten dan bepalen hoe ze die app willen inzetten en op welke manier ze die willen gebruiken”, legt minister De Backer uit in De Morgen. Daarom kan het ook dat we in Vlaanderen, Brussel en Wallonië een andere corona-app zullen gebruiken.
De verschillende overheden moeten dus eerst tot een overeenkomst komen. “Maar zelfs wanneer de app er uiteindelijk komt”, zegt De Backer, “zal niemand verplicht worden om die te installeren.” De contactopsporing zelf zal gebeuren door medewerkers van de gezondheidsdiensten. Zij brengen mensen die met een besmette persoon in contact zijn geweest op de hoogte en vertellen hen wat ze moeten doen. Dat is nog niet voor meteen, dus voorlopig is het best voldoende afstand te blijven houden, vaak genoeg onze handen te wassen en zo veel mogelijk ‘in ons kot’ te blijven.
Het bericht Helpt een corona-app ons terug naar het normale leven? Voorlopig nog niet verscheen eerst op Metro.