Tussen 10 en 16 december zijn dagelijks gemiddeld 94,7 mensen overleden aan het coronavirus. Dat is een lichte stijging van 2% tegenover de voorgaande zevendaagse periode, zo blijkt zondag uit de nieuwe cijfers van gezondheidsinstituut Sciensano. Het aantal bevestigde COVID-19-gevallen steeg met 15% (van 2.211 naar 2.535), dezelfde stijging die gisteren werd gerapporteerd.
Terwijl het gemiddelde aantal corona-overlijdens de afgelopen dagen nog daalde, toont het cijfer zondag een lichte stijging. Voor de periode van 10 tot 16 december zijn 663 sterfgevallen gerapporteerd: 425 in Vlaanderen, 179 in Wallonië en 59 in Brussel. Dat is voor het hele land een daggemiddelde van 94,7. In de periode 3 tot 9 december was nog sprake van gemiddeld 92,7 overlijdens per dag. In totaal zijn in ons land inmiddels 18.545 mensen overleden aan COVID-19.
Het aantal bevestigde positieve gevallen is in de week tot 16 december met 15% gestegen in vergelijking met de voorgaande periode van 7 dagen: van 15.474 naar 17.747 gevallen, of van gemiddeld 2.211 naar 2.535 per dag. Er werden 254.695 testen uitgevoerd, waarvan de positiviteitsratio 8,0% bedroeg. In de provincies Namen (12,1%), Henegouwen (10,9%) en Luxemburg (10,2%) was het percentage positieve testen het grootst, in Vlaams-Brabant (5,8%), Limburg en Brussel (beide 6,5%) het kleinst.
Meeste nieuwe besmettingen in West-Vlaanderen
De incidentie – de bevestigde coronabesmettingen per 100.000 inwoners over een periode van 14 dagen – staat voor heel België op 289, maar laat zoals altijd grote regionale verschillen zien. Brussel is met 182 de beste leerling van de klas, de provincie West-Vlaanderen met 398 de slechtste.
In de voorbije zeven dagen zijn elke dag ook nog eens gemiddeld 186,4 mensen opgenomen in het ziekenhuis (+4%). Er lagen gisteren 2.527 mensen in het ziekenhuis met de ziekte (-9% in vergelijking met vorige zaterdag), waarvan 539 op intensieve zorgen (-14%).
Het bericht Gemiddeld aantal coronadoden toont lichte stijging verscheen eerst op Metro.