Met ‘To the stars’ heeft Tsar B, geboren als Justine Bourgeus, haar tweede studioalbum te water gelaten. De 28-jarige muzikant, producer en componist lijkt wel vijf levens in één te leiden: vorig jaar wekte ze een van de legendarische kookboeken van Salvador Dalí tot leven in de concertfilm ‘Les Diners de Gala’, en als ze niet sleutelt aan een soundtrack voor een film of serie duikt ze op in een docureeks (‘She’s Lost in Music’), verdwijnt ze in een boek of droomt ze weg over het heelal. In ‘To the stars’ smelten clubmuziek, moderne pop en klassieke muziek samen met Bourgeus’ fascinatie voor het onmetelijke firmament boven onze hoofden.
Dag Justine. Ben je altijd al gefascineerd geweest door het heelal?
Justine Bourgeus: «Vroeger, als prille puber, joeg het concept ‘ruimte’ mij angst aan. Het idee dat we zó nietig zijn in een oneindig groot heelal vond ik beangstigend. Nu vind ik het net leuk om daarover na te denken. Die nietigheid betekent iets voor mij. Van zodra je beseft hoe klein we zijn en dat omarmt, zal je beseffen dat de essentie van het leven – en dit gaat zo hippie klinken – zit in elkaar liefhebben en zich amuseren. Het inzicht dat we mieren zijn in een mierennest, en mieren alleen maar overleven omdat ze samenwerken: dat heeft mij de laatste jaren rust gegeven.»
«Wat de plaat betreft vond ik het heel charmant dat Dirk Frimout exact dertig jaar geleden in space is geweest. Het leek me leuk om die mijlpaal nog eens op te rakelen voor zij die toen nog niet geboren waren – mezelf incluis.»
Hoe is dat inzicht over de nietigheid van de mens gegroeid?
«Pas de laatste jaren heb ik echt de kans gehad om veel na te denken. Ik kon me volledig smijten op mijn kunst, en dat ging gepaard met veel zelfreflectie en zelfrelativering. Dat gaat dan weer hand in hand met dat gevoel van nietigheid. Het stelt mij gerust in plaats van angstig.» «Aan de hand van mijn teksten, die ik bijna onbewust zing, kwam ik te weten wat ik in mijn onderbewustzijn allemaal voel en denk. Want eigenlijk is wie je dénkt dat je bent maar het topje van de ijsberg. Alles onder de waterlijn is je onderbewustzijn. Vaak heb je niet door wat je écht zelf wilt en voelt.»
Wat heb je ontdekt over jezelf?
«Dat ik een grote emotionele kant heb, die me voordien onbekend was. Vroeger sluimerde er veel rage in mij, zoals je kan horen op mijn vorige plaat. Ik klonk jeugdig, vol sturm und drang, maar mijn muziek was ook donker. Misschien was ik zo boos omdat ik de dingen toen nog niet kon plaatsen. Pas door te reflecteren en filosoferen heb ik die boosheid een plaats kunnen geven.»
Had je het gevoel dat je voordien in een bubbel leefde?
«Achteraf gezien leefde ik tot mijn 24ste een gelukkig leven, maar op de verkeerde plek en met het verkeerde lief. Ik kwam niet tot volledige creatieve ontplooiing, en ik had geen benul. Vanaf mijn zestiende zat ik in een relatie; ik had nooit geleerd om zelfstandig te zijn en mijn plan te trekken. Totdat ik besloot om mijn schade in te halen: ik begon als een bezetene te lezen en wou veel nieuwe mensen ontmoeten. In die periode ben ik in sneltempo matuur geworden. Dat ging hand in hand met veel feesten – ik noem het ‘constructief feesten’ (lachje). Er is enorm veel excitement en nightlife in mijn leven geslopen tijdens het maken van deze plaat.»
Je wil met ‘To the stars’ naar eigen zeggen ‘nieuwe ruimtes verkennen’. Welke ruimtes zijn dat?
«Opgewektere ruimtes, met veel meer liefde in. Ook veel tranen, maar da’s een groot deel van mijn leven. Ik kan om heel veel wenen. Het leven is zó fragiel en zit zodanig vol met schone en slechte dingen. Maar soms voel je in de slechte dingen wat je juist niét moet hebben.»
Het nieuwe album is een kruisbestuiving tussen dance en klassieke muziek. Je klassieke roots lijken meer dan ooit tot uiting te komen.
«Absoluut. Hoewel ik tijdens het schrijven geen theorie gebruik; ik denk nooit na over noten of toonaarden. Maar er zit wel een manier van denken ingebakken, waardoor sommige klassieke akkoordprogressies in mijn muziek sluipen. Ik denk ook heel melodisch. Er zit bijvoorbeeld veel van dat dramatische zoals in de renaissance en barok – voor mij de meest interessante periodes in de klassieke muziek – in mijn werk verweven.» «Aan het prille begin van Tsar B had ik mijn viool aan de kant geschoven, maar in de coronaperiode kwam ik tot de vaststelling dat dat instrument eigenlijk een verlengstuk van mijn lijf is. Het is een automatisme; het kan mij dingen vertellen die mijn bewustzijn overslaan en rechtstreeks naar mijn hand lopen.»
Volgens jouw vriend leef je twee keer zo snel als normale mensen. Omdat je ongeduldig bent, of gewoon omdat je het heel druk hebt?
«Vooral ongeduldig. Het is een soort onrust. Ik schrijf bijvoorbeeld dubbel zo snel als de gemiddelde mens. Niet per se mooi, het zijn meer krabbels. Ik kan het alfabet typen op drie seconden – een leuke party trick, trouwens. Ik wandel iedereen snel voorbij op straat en praat vaak te snel, omdat ik tien dingen tegelijk wil zeggen. Het is ook een vorm van enthousiasme; ik wil snel dingen ontdekken, omdat het niet anders kan. Maar ik gebruik dat in mijn voordeel: soms doe ik dingen op zo’n korte tijd, dat ik er zelf van verschiet. Daarna ben ik wel bekaf en moet ik een dutje doen.»
Misschien ben je zo ongeduldig omdat het leven te kort is?
«Dat vind ik niet. Misschien net omdat ik het zo snel beleef. Ik heb soms het gevoel dat ik op één dag twee dagen heb meegemaakt. Er zijn nog duizend-en-één dingen die ik wil doen, maar anderzijds denk ik: ik heb nog zoveel tijd. Tegelijk vind ik het zot dat ik nog altijd geen dertig ben. Het voelt alsof ik nu al tien jaar op tram drie aan het wachten ben. Waarschijnlijk zal ik op een bepaald moment in mijn leven tot de constatatie komen dat het tóch snel gegaan is.»
Je schrijft heel wat soundtracks voor tv-series: wat is volgens jou het geheim van een goede soundtrack?
«Een soundtrack moet kriebels in de buik geven. Er moet iets raars aan zijn, een hoek af, waardoor de muziek blijft hangen in het onderbewustzijn. Hij moet rauw zijn en een angel hebben. Hij mag zeker niet cliché zijn, maar moet een beetje schuren. Zoals een goede parfum: daar zit ook altijd iets in dat mega stinkt.»
Tot slot: je bent op VRT MAX naast Sylvie Kreusch en Meskerem Mees te zien in de docuserie ‘She’s Lost in Music’, waarin jonge vrouwelijke muzikanten in de schijnwerpers worden gezet. Is de muzieksector nog steeds een mannenbastion?
«Ik heb het gevoel dat we op dat vlak heel goed bezig zijn. Er is een tegenstroom op gang gekomen, vrouwen die heel hard gewerkt hebben om de scheve verhoudingen recht te trekken. Ook op het vlak van respect en erkenning is er al veel veranderd tegenover vroeger. Maar we zijn er nog niet.»
‘To the stars’ is uitgebracht in eigen beheer. Tsar B stelt haar nieuwe plaat voor op 1 april in de Ancienne Belgique in Brussel in het kader van het Listen Festival, op 8 april op Push The Button in Oostende en op 3 mei in VIERNULVIER in Gent. Op 13 juli kan je haar in actie zien op Dour.
Dit artikel verscheen eerst op Metro: https://www.metrotime.be/nl/muziek/tsar-b-vroeger-sluimerde-er-veel-woede-mij