Avonturier, wereldreiziger, extreme sporter, familieman. Op zijn 35ste lijkt Thomas De Dorlodot al een paar levens achter de rug te hebben. Momenteel is hij weer in België, in afwachting van de geboorte van zijn tweede kind. Maar hij neemt ons graag mee op reis, om zijn liefde voor natuur en avontuur te ontdekken.
Tijdens de eerste lockdown was je in de Caraïben…
«Ja, we werden toen een beetje verrast. We zaten op de Antillen. Maar we zagen de golf aankomen, omdat jullie in Europa twee maanden voorliepen. We konden ons dus voorbereiden. We hebben de boot genomen, voedsel ingeslagen en aangemeerd in een baai. Achter een koraalrif, beschermd tegen het slechte weer. Daar zijn we ruim 40 dagen gebleven. Dat was zalig. Een heel bijzondere periode, maar we waren volledig autonoom. We konden zeewater drinkbaar maken, hadden voedsel voor zes maanden… Geen zorgen dus. Daarna voer ik alleen met de boot over de Atlantische Oceaan terug naar Europa. Daar ben ik sindsdien niet meer weggeweest. Ik ben wel naar Frankrijk, Spanje en de Azoren getrokken toen dat nog kon. Vandaag heb ik het geluk dat ik toch een beetje kan reizen dankzij mijn sportstatuut, maar we zijn in verwachting van ons tweede kindje. Ik geniet momenteel dus van België en de natuur dichtbij huis. Heerlijk.»
Hoe train je buiten?
«Ik bereid nu de Red Bull X-Alps voor, in juni (hij eindigde 10de in 2019, nvdr). Dat is een race waarin we te voet en met de parapente de Alpen oversteken, van Salzburg naar Monaco. Een zware fysieke beproeving, dus ik ben al maanden aan het trainen. Zes dagen per week. Ik loop en fiets veel, leg veel hoogteverschillen af. In België zijn er veel mooie loopparcours. Vooral de Extratrail-routes, naar Stavelot bijvoorbeeld. Er zijn er voor elke afstand. Nu doe ik telkens stukken van 40 kilometer met 1.000 tot 2.000 meter positief hoogteverschil. En ik moet natuurlijk ook op hoogtestage, in de Franse Alpen. Nu trek ik met mijn vrouw naar Dinant, daar zijn paraglidingsites in de buurt.»
Heb je een lievelingsplek in België om te trainen?
«Niet ver van huis hebben we het bos van Lauzelle. Dat is heel heuvelachtig, perfect voor hoogteverschillen. Er zijn veel mooie paden. Samen met een vriend springen we na elke trainingssessie in het water, in een van de heldere, ijskoude meertjes. Ik parkeer aan de tennisclub van Justine Henin en daar trek ik het bos in. We zijn onlangs ook gaan lopen in Stavelot. Heel leuk, want we hebben plekjes ontdekt die we nog niet kenden. Je loopt door enorme bossen, ziet dieren… Persoonlijk vind ik de Venen het wildste en mooiste gebied van België. Ik ga er regelmatig naartoe met mijn busje, waarin ik kan slapen. Ik neem mijn fiets mee en vertrek voor het weekend.»
Heb je eigenlijk nog tijd om met je gezin te gaan wandelen?
«Natuurlijk! Ik heb het geluk dat ik op het platteland woon, vlak naast de velden. We hebben hier heel mooie wandelpaden. Sinds het begin van de pandemie loopt hier meer en meer volk rond. Vroeger zag je geen kat.» (lacht)
Wat is de meest adembenemende plek waar je ooit geweest bent?
«Moeilijke vraag. Ik heb al zoveel mooie plaatsen gezien, en allemaal heel verschillend. Maar ik ben echt zot van weidse, open ruimtes en wildlife. Er gaat niets boven een plek waar je helemaal alleen bent, waar je je kan loskoppelen van de wereld en het gevoel hebt dat de mens nog geen impact heeft gehad op de natuur. Ik denk bijvoorbeeld aan de Patagonische kanalen, in het zuiden van Argentinië en Chili. Uitzonderlijke plaatsen waar echt niemand is. En ook alle prachtige bergketens vanaf 2.000/2.500 meter hoog, zoals de Alpen, de Himalaya en de Andes. Maar als ik morgen één land zou moeten kiezen om de rest van mijn leven te wonen, dan is het Nieuw-Zeeland.»
Veel verder kan niet!
«Ja, maar ik zou mijn familie meenemen. Het is echt een buitengewoon land, met maar vier miljoen mensen en prachtige rivieren, bergen, seizoenen… Als het niet zo ver was, dan zou ik er al wonen.»
Welk natuurelement doet je heropleven?
«Ik experimenteer en leer graag nieuwe dingen. Maar bergtoppen beklimmen, vind ik fantastisch. Onlangs ben ik met een vriend midden in de bergen gaan slapen, in een zelfgegraven iglo. Maar ook de onderwaterwereld fascineert me. Ik ben twee jaar geleden begonnen met freediving, en natuurlijk ook met zeilen. Dat mis ik heel erg. Ik zei altijd dat je tijdens een wereldcrisis het best op een boot kon zitten. Maar corona heeft het tegendeel bewezen. Zodra de grenzen dichtgaan, wordt alles moeilijker. We waren onderweg voor een wereldreis en van de ene op de andere dag was alles gesloten. Van zodra het kan, vertrek ik weer op avontuur.»
Naar waar?
«Zuid-Amerika trekt ons erg aan. We kunnen de zomer ook doorbrengen op de Azoren, het is er echt prachtig. Dan naar de Canarische Eilanden en Kaapverdië. We zijn Kaapverdië al gepasseerd, maar hebben de regio nog niet verkend. Daarna wil ik de Atlantische Oceaan oversteken, richting Brazilië. En van daar naar de Patagonische kanalen of naar de Antillen, afhankelijk van de coronamaatregelen. Dat is het voordeel van de boot. Je kan improviseren. Er is nog zoveel te ontdekken, ook dicht bij huis. Toen ik begon te reizen, was mijn eerste reflex om naar de andere kant van de wereld te trekken. Maar Europa heeft zoveel te bieden: Noorwegen, de Faeröer eilanden, Schotland of Ierland… subliem. Ik denk dat dat een van de lessen van de COVID-crisis is. Heel wat mensen beseffen nu dat er veel moois is niet ver van huis.»
Waar komt die liefde voor avontuur vandaan?
«Ik had het geluk op te groeien in een gezin dat veel in Europa reisde. We gingen altijd op vakantie naar Italië, Spanje, enz. Zo kreeg ik de smaak van het reizen te pakken. De echte klik kwam er toen ik begon te paragliden. Toen ik de Aarde vanuit de lucht zag, besefte ik dat er zoveel mooie plekken te zien zijn. Op mijn 18de had ik mijn eerste auto, met een te korte matras erin. Ik sliep opgerold, in mijn koffer. Mijn vrienden en ik waren gek op de ‘van life’. Onze tent opslaan midden in een weiland om de volgende dag te gaan paragliden. Allemaal met heel beperkte middelen in die tijd. Sindsdien hebben we ongelooflijke dingen meegemaakt. Door te reizen en anderen te ontmoeten, leer je veel over jezelf, over andere culturen en landen. Dat is heel verrijkend.»
Je verwacht je tweede kind. Hoe combineer je gezin en avontuur?
«We hebben ons die vraag gesteld met Jack, ons eerste kind. Hij was amper drie weken oud toen we met de boot naar de Canarische Eilanden vertrokken. Op elf maanden stak hij de Atlantische Oceaan over. Zijn eerste jaar heeft hij echt op de boot doorgebracht. Hij is snel opgegroeid, het was de school van het leven voor hem. ‘s Ochtends werd hij wakker met dolfijnen voor de boot en ’s avonds viel hij in slaap met de zonsondergang op volle zee. Hij heeft veel ongelofelijke dingen gezien voor een kind van zijn leeftijd. Met de komst van ons tweede kindje willen we ons wat meer settelen. Ik vind het ook moeilijker om op ambitieuze expedities te vertrekken met kinderen, omdat je altijd rekening moet houden met de risicofactor. We gaan dus een compromis proberen te vinden tussen twee of drie heel mooie expedities per jaar, waarbij ik soms een maand alleen zou gaan, en de rest van de tijd afwisselen tussen België en misschien de boot. En van zodra de kinderen groot genoeg zijn om ons te helpen aan boord, nemen we ze overal mee naartoe.»
Zie je jezelf ooit terugkeren naar een normaler leven?
«Dat denk ik niet. De natuur en het platteland zitten in mijn bloed. Ik zie mezelf wel oud worden ergens midden in een tuin, en bezig zijn met permacultuur. Maar dat is voor over 25 jaar. We moeten eerst nog veel ontdekken. We willen ons ook veel meer engageren voor het milieu. Als je je dagen buiten doorbrengt, of dat nu in de bergen is of op de oceaan, besef je pas echt dat de natuur lijdt en dat we recht op een muur lopen. Dat is soms hard. Zonder te willen ‘greenwashen’, willen we mensen sensibiliseren door hen te laten zien hoe mooi de natuur is en hoe belangrijk het is haar te beschermen.»
Wat is jouw advies voor iemand die van avontuur droomt maar de stap niet durft te zetten?
«Ik zeg vaak dat het leven begint aan het einde van je comfortzone. Je moet risico’s durven nemen, ook al is dat in het begin moeilijk. Het is echt de moeite waard om niet bang te zijn en je passie te beleven. Daarmee zeg ik niet dat de ene levensstijl beter is dan de andere. Iedereen moet zijn eigen weg vinden.»
Clément Dormal
Het bericht Thomas De Dorlodot houdt van extreme sporten: “Er gaat niets boven een plek waar je helemaal alleen bent” verscheen eerst op Metro.