Of hij nu een slechterik speelt voor Marvel (‘X-Men’), een IT-genie voor Danny Boyle (‘Steve Jobs’) of een seksverslaafde voor zijn vriend Steve McQueen (‘Shame’), Michael Fassbender geeft zich altijd volledig. De Duits-Ierse acteur legt zijn ziel in zijn spel. En zelfs al stelt de film teleur, zoals hier met ‘The Snowman’, hijzelf doet dat nooit.
Het is de eerste keer dat je samenwerkt met regisseur Tomas Alfredson.
Michael Fassbender: “Ja, we hebben elkaar leren kennen in 2010, net voor hij ‘Tinker Tailor Soldier Spy’ maakte (de film waarmee hij bekend werd, nvdr). Ik kon toen niet meespelen, maar ik heb nog vaak teruggedacht aan die ontmoeting. Ik ben gaan kijken naar de film en ik was verbluft. Dus toen ik het scenario van ‘The Snowman’ kreeg met zijn naam erboven, heb ik het in één ruk uitgelezen.”
Je speelt Harry Hole, een inspecteur met een dubbele persoonlijkheid. Hij is niet echt een goeierd en ook geen bad guy. Maar hij heeft wel een verantwoordelijkheidsgevoel.
“Ik denk dat hij zich verantwoordelijk voelt tegenover zijn ex en zijn zoon, maar dat komt er gewoon niet altijd uit. Hij heeft een egoïstische kant en dat beseft hij. Als hij begint te drinken, bijvoorbeeld. Wat ik vooral interessant vind aan Harry is dat hij zich geen illusies maakt over wie hij is.”
Net als met Magneto in ‘X-Men’ of Steve Jobs, speel je weer een bekend personage. Toch voor wie de boeken van Harry Hole heeft gelezen. Hoe ga je om met de verwachtingen van het publiek?
“Je probeert natuurlijk zo waarheidsgetrouw te blijven. Maar om echt vrij je gang te gaan, moet je ook een beetje gebrek aan respect tonen. Ik pas me altijd aan de regisseur aan, want het is zijn visie die telt. In dit geval staat er al heel veel info over Harry Hole in de boeken, dus ik had veel materiaal om me voor te bereiden. Ik heb ook veel gepraat met Tomas. Hij liet ons repeteren en als hij vond dat het goed zat, namen we op. Doorgaans neem ik liever direct op, maar ik pas me aan. Idem met Andrea Arnold (in ‘Fish Tank’). Ik kon toen mijn rol en mijn tekst niet voorbereiden zoals ik normaal doe, want ze gaf me elke scène pas de avond ervoor. Ik heb nooit het volledige scenario gezien. Uiteindelijk was dat een heel leuke ervaring.”
Ik ben eerlijk met mezelf
Je speelt vaak intense rollen. Waar ga je naar op zoek als je een voorstel krijgt?
“Ik zoek niet per se een intellectuele aanpak. Het is eerder een kwestie van gevoel. Het scenario moet me van m’n stuk brengen. Daarna komt de vraag wie de film regisseert. En ik kijk ook of ik al eens een vergelijkbare rol gespeeld heb. De intensiteit is misschien altijd dezelfde, maar ik probeer van elke rol iets nieuws te maken waar ik zelf ook iets uit leer.”
Verandert je kijk op die rollen in functie van hoe het publiek of de pers reageert?
“Natuurlijk. Ik wil dat al m’n films scoren en als dat niet zo is, raakt me dat. Als ik echt hou van een film die wordt afgebroken in de recensies, dan verander ik niet van mening. Of omgekeerd, als ik niet tevreden ben over mijn werk en de pers is toch laaiend enthousiast, dan denk ik niet plots dat ze gelijk hebben en dat ik geweldig ben (lacht). Ik heb theater gestudeerd aan een heel moeilijke school. De profs defileerden telkens voor onze neus om ons te evalueren, een beetje zoals een vuurpeloton (lacht). Iedereen was nerveus om te horen of ze goed waren of niet. Het is toen dat ik beslist heb om mijn eigen evaluatiesysteem te gebruiken. Om niet meer te stressen op het eind van elke scène. Ik ben mijn eerste en enige rechter. En ik ben eerlijk met mezelf.”
Heb je het gevoel dat je gegroeid bent als acteur?
“Ik heb meer ervaring, da’s zeker. In het begin was ik ervan overtuigd dat je moest afzien voor je kunst. Maar sinds mijn schooltijd hanteer ik een relaxtere aanpak. Op het einde van de dag kan ik mijn personage achterlaten op de set. Da’s gezonder.”
Je denkt dus nooit terug aan je rollen?
“Nee. Van zodra het gedaan is, vergeet ik alles. Zelfs de dialogen! Da’s grappig, zo’n kortetermijngeheugen. Wie weet, de dag dat ik seniel word, komen ze misschien wel allemaal terug om te spoken (lacht).”
Je bent half Iers, half Duits. Nu woon je in Lissabon, maar je leefde ook in Londen. Wat denk jij als Europees burger van de brexit?
“Heel jammer. Ik ben niet echt fan van grenzen. Ik begrijp wel waarom de mensen ervoor gestemd hebben, maar ik heb Europa altijd gezien als een grote gemeenschap. Dat was toch het basisidee. Ik begrijp dat de besparingsmaatregelen in sommige landen de mening van de mensen beïnvloed hebben en dat ze het beu zijn. Maar ik ben voor een verenigd Europa. Ook al zal ik persoonlijk niet veel voelen van de brexit, het raakt me omdat het over de maatschappij gaat waarin ik leef. Het raakt ons allemaal.”
Elli Mastorou