Geen gebrek aan sterren op het festival van Cannes dit jaar, maar het is toch Johnny Depp die de meeste aandacht naar zich toe trekt. De acteur stelt er immers zijn eerste film voor na de beruchte rechtszaak tegen ex Amber Heard. In ‘Jeanne du Barry’ kruipt de 59-jarige ster in de huid van de Franse koning Louis XV. Metro hoefde dan ook geen twee keer na te denken toen we de kans kregen om hem te ontmoeten.
Zijn er kanten van het leven van een koning die je herkenbaar vindt?
Johnny Depp: «Herkenbaar is een groot woord, want het is zeker niet zo dat ik mezelf wil vergelijken met een koning of dat ik me zo voel. Maar hoe meer ik te weten kwam over Louis XV, hoe meer ik begreep dat hij zich als koning in wezen moest opdelen in zeven, acht of negen verschillende persoonlijkheden. En telkens was er een specifiek protocol, met een specifiek taalgebruik. Dat doet iets met een mens, denk ik.»
Is dat ook de reden waarom je Louis XV wou spelen? «Al de personages die ik speel, zijn in wezen gebroken mensen en mislukkelingen», zei je ooit.
«Precies. Hoe moet het zijn om op je 12de koning te worden, om elk kleinste kantje van je leven routine te zien worden? Louis heeft er ook nooit voor gekozen. Hij wist van bij zijn geboorte dat hij één van hen zou worden, dat hij onvermijdelijk een groot deel van zijn menselijkheid en gevoeligheid zou moeten opgeven. Dat werd allemaal weggeschraapt om van hem een perfecte heerser te maken. Maar ik wou toch tonen dat er nog hoop voor hem is, dat hij niet helemaal zo’n neerbuigende persoon is geworden, avec une plume dans le cul.»
Heb je zelf het gevoel dat je altijd jezelf bent kunnen blijven?
«Kijk, ik ga zeker niet klagen, want ik prijs mezelf enorm gelukkig dat ik heb kunnen doen wat ik wou doen. Maar er is wel iets wat ik altijd bizar heb gevonden. Als je succesvol en beroemd wordt, komt er een moment dat je merkt dat de mensen je aanstaren en over je fluisteren. En je beseft dat je nergens meer anoniem kunt zijn. Daar leef ik al 38 jaar mee, van toen ik een prille twintiger was. Het is op zich krankzinnig om te verwachten dat iemand die daarmee moet opgroeien ook maar een beetje normaal uitdraait. Wat het nog erger maakt, is dat ik daarvóór ook al niet bijzonder normaal was.» (grijnst)
Hoe ga je daarmee om?
«Ik heb geleerd om mijn leven aan te passen aan die situatie. Ik leef achter ramen. Autoramen, treinramen, vliegtuigraampjes, hotelramen. Mijn leven wordt al onder de loep genomen van toen ik 23 jaar oud was, en nu leun ik tegen de 60 aan. Dat is een heel lange tijd. Maar nog eens, ik wil niet klagen. Het is hoe mijn leven is uitgedraaid en het is hoe mijn hoofd in elkaar steekt. Het is een zegen en een vloek. Er zijn negatieve aspecten aan, maar aan de andere kant mag ik me daardoor ook afzonderen en mezelf de ruimte geven om creatief te zijn op elke manier die ik nodig vind.»
De laatste jaren was je meer bezig met muziek dan met film en beperkte je je werk als acteur tot één kleinere film per jaar, zoals ‘Waiting for the Barbarians’ en ‘Minamata’. Geniet je ervan om nu weer in de kijker te lopen op een festival als Cannes, met een vertolking die in de smaak valt?
«Ik moet bekennen dat ik mijn eigen vertolking niet heb gezien, dus ik kan haar moeilijk inschatten. Maar ik was op zich minst wel aanwezig toen ik het deed. Ik zat mee met in de loopgraven met Maïwenn [regisseur en tegenspeelster van Depp, nvdr.] om dit personage op te bouwen. Ik voel me ‘a lucky motherfucker’.» (lacht)
Jullie hebben echt in het Paleis van Versailles gedraaid. Welk effect had die omgeving op jou?
«Die was van onschatbare waarde. Je loopt door die gigantische fraaie gangen, je hoort in de verte het geroezemoes van de figuranten, je wandelt een hoek om, je komt in de ‘Galerie des Glaces’ [de Spiegelzaal, nvdr.], en plots is het alsof je door de tijd bent gereisd. Ik was er even van mijn melk door. Maar vreemd genoeg maakte het me niet ongemakkelijk. Eigenlijk voelde ik me er meteen thuis.» (lachje)
Je speelt niet vaak mee in traditionele kostuumfilms, met uitzondering van ‘The Libertine’. Hoe voelt het om rond te lopen in een wereld die ooit bestaan heeft maar toch heel anders is?
«Heel interessant. Als ik ’s morgens op de klakkende hakken van schoenen uit die tijd naar de set stapte, kwam ik in die Spiegelzaal telkens voorbij het bed waar Louis XV ooit in geboren werd. Een beetje verder ging ik naar rechts en kwam ik in de lange galerij met standbeelden van Romeinse goden. Als acteur werd ik constant geprikkeld. Het is niet alsof we een mooi huis aan een meer hadden gehuurd en al de rest in een studio hebben gedraaid. In Versailles zaten we in precies het juiste terrarium.»
Was het Frans een grote struikelblok?
«Ik had het gevoel dat ik de taal genoeg onder de knie had om me te amuseren, om plezier te maken in de scènes. Het maakte deel uit van dat historische personage, met zijn tics en trekjes. Toen ik Maïwenn voor het eerst ontmoette, heb ik haar wel gevraagd ‘Weet je zeker dat je niet liever met een Franse acteur zou werken?’ Dat leek mij alvast een beter idee.» (grijnst)
Heeft Hollywood veel gemeen met het Hof van Versailles?
«Het hangt ervan wat je bedoelt met ‘Hollywood’. Filmstudio’s houden zeker van routine. Daar streven ze naar, om een formule te vinden die geld oplevert en die vervolgens eindeloos verder te zetten en te herhalen en in een ander kleedje te steken. Ik zag het na ‘Pirates of the Caribbean’. Plots was het van ‘Zolang we maar bizarre en grappige personages in onze films steken, zullen we tonnen geld verdienen!’ Dat werkt effectief ook voor even, maar op een bepaald moment heeft het publiek er onvermijdelijk genoeg van. Ik loop nu al vele jaren wat doelloos met mensen te praten, en de meesten verlangen hetzelfde van een film: ze willen geen rommel in de strot geramd krijgen. Ze zijn blij als ze iets te zien krijgen wat nieuw of anders is.»
Hoe kun je daar als acteur iets aan doen?
«Ik heb het altijd mijn verantwoordelijkheid gevonden om mijn nek uit te steken en telkens iets te doen wat ik nooit eerder heb gedaan. Het is mijn plicht om risico’s te nemen, ook al betekent het dat ik misschien op mijn gezicht zal gaan. Ik moet een doel hebben, een goeie reden om in een film mee te spelen.»
Je draagt op de set naar verluidt graag een oortje dat je allerlei geluiden ingeeft terwijl je acteert. Waar heb je dat idee vandaan?
«Van Marlon Brando! Ik heb ooit een film geregisseerd, ‘The Brave’, en Marlon was zo vriendelijk om erin mee te spelen. Hij droeg toen een oortje, zodat zijn secretaresse hem vanop een afstand zijn dialogen kon influisteren. Hij was ook al een jaar of 75. Toen besefte ik dat je ook andere dingen zou kunnen doen met zo’n ding. Muziek horen bijvoorbeeld. Want muziek is een rechtstreekse weg naar emotie. Ze roept herinneringen op en brengt je meteen in een bepaalde stemming. Dus maak ik er nu constant gebruik van.»
Jeanne du Barry **
Van meisje uit het plebs tot favoriete courtisane van de Franse koning Louis XV. De aanwezigheid van de mooie Jeanne Bécu — later in de adel verheven tot Jeanne du Barry — aan het Hof van Versailles was een schandaal, ook al omdat ze zich weinig aantrok van de verstikkende protocols. Stof genoeg voor een dartel en romantisch kostuumdrama, dacht de Franse cineaste Maïwenn, en dat is zeker zo. Alleen wou ze per se zelf de hoofdrol vertolken en heeft ze simpelweg niet de uitstraling in huis om die centrale liefdesgeschiedenis aannemelijk te maken. Bovendien zie je nauwelijks gesprekken tussen de twee hoofdfiguren, waardoor je je afvraagt wat Louis XV in Jeanne bleef zien. Maïwenn moet het ook aangevoeld hebben, want ze probeert het op te vangen door de rest van het Hof (op een enkele uitzondering na) zo potsierlijk af te schilderen dat je niet anders kunt dan met Jeanne en Louis meeleven. Het pure charisma van Johnny Depp heeft meer effect, maar ook hij kan dit oppervlakkige drama niet echt redden.
‘Jeanne du Barry’ speelt nu in de zalen.
Dit artikel verscheen eerst op Metro: https://www.metrotime.be/nl/culture/metro-sprak-met-johnny-depp-ik-vind-het-mijn-plicht-als-acteur-om-risicos-te-nemen