Het Vlaamse lied is populairder dan ooit en dat is grotendeels te danken aan Bazart. In nog geen twee jaar tijd groeide de bescheiden boysband uit tot een popfenomeen dat vlotjes het Sportpaleis vult. Nu heeft het trio met ‘2’ hun – jawel – tweede plaat en de bijbehorende rockumentary uit. Dat vraagt om een gesprek.
Wanneer ik plichtsgetrouw stipt om 10 uur ‘s ochtends arriveer bij de kantoren van het platenlabel, is er van Bazart nog geen spoor. «Ze hebben een kleine vertraging», klinkt het. Die woorden zijn nog niet koud of frontman Mathieu Terryn komt binnen gewaad – aan normaal stappen doet hij vermoedelijk niet – en zijn donkergroene jas waait als een soort Superman-cape achter zich aan. Hij draagt simpele schoenen die wellicht een pak duurder zijn dan ze eruit zien en zijn haar valt net niet nonchalant naar achter. Op zijn neus prijkt een grote hipsterbil om de look wat extra cachet te geven. Hij wordt op de voet gevolgd door Oliver Symons. Het derde Bazart-lid, Simon Nuytten, heeft iets langer vastgezeten in het verkeer en voegt zich even later bij ons.
“We hebben onze tijd genomen voor deze plaat”
Het is de afgelopen twee jaar ontzettend snel gegaan voor Bazart. Eerst was er het succes van ‘Goud’, dan was er die eerste plaat en het Sportpaleis-concert. En nu staan jullie klaar met een documentaire en alweer een nieuw album. Kunnen jullie zélf nog volgen?
Simon: «In de praktijk was het iets rustiger dan jij het nu omschrijft. We waren het er alle drie over eens dat we niet te lang wilden wachten met ons tweede album, maar we hebben er wel de tijd voor genomen.»
Matieu: «Het is zeker niet zo dat we in de backstage tussen de optredens door aan onze nummers moesten werken.»
Was plaat nummer twee een zware bevalling? Ik kan me voorstellen dat de druk hoog was.
Mathieu: «Dat viel eigenlijk wel mee. De hele hetze rond Bazart is ontploft na de release van het nummer ‘Goud’ op onze EP. Onze eerste plaat werd eigenlijk al gezien als een soort opvolger. In de media werd ons tweede album ook op verschillende plaatsen aangekondigd als ‘de comeback’ van Bazart. Dat is natuurlijk onzin: we hebben er amper twee jaar over gedaan.»
«Je probeert tijdens het schrijven natuurlijk wel rekening te houden met je publiek. Je weet dat je in grote zalen zal spelen, dus moet je je muziek daarop afstemmen. En hoewel het platenlabel ons nooit enige druk heeft opgelegd, wisten we ook dat er zeker een aantal singles op moesten staan.»
De eerste daarvan, ‘Grip (omarm me)’ is vrijwel meteen doorgestoten naar de eerste plaats in de ultratop. De ultieme bevestiging dat jullie goed bezig zijn?
Oliver: «Grappig, dat nummer was het eerste wat ik hoorde toen ik in de auto richting Brussel stapte.»
Mathieu: «We zijn daar ongelofelijk blij mee. Maar het is zeker niet zo dat dat nummer de blauwdruk is voor de rest van de plaat. Wie zich aan meer van hetzelfde verwacht, komt bedrogen uit. We hebben er alles aan gedaan om de voorspellingen én de verwachtingen te overtreffen.»
Jullie hebben de afgelopen jaren behoorlijk op elkaars lip geleefd. Hoe heeft dat jullie vriendschap veranderd?
Mathieu: «Totaal niet.»
Oliver: «De eerste maanden hebben we natuurlijk wel erg veel samengezeten…»
Mathieu: «Er zijn wel momenten geweest dat we op de proef gesteld werden. Maar als we ruziemaken, dan wordt daar achteraf op café over gepraat. Na drie pinten is alles vergeten.»
Simon: «We hebben geleerd om meningsverschillen aan de kant te schuiven voor een hoger doel, zoals deze plaat. Zeker wanneer er wat tijdsdruk achter zit, dan zetten we soms een conflict ‘on hold’ om verder te kunnen werken. Op zo’n moment is ruziemaken puur tijdsverlies.»
Mathieu: «We zijn zoals broers: het is normaal dat je af en toe met elkaar in de clinch ligt.»
En als je moet kiezen: Bazart of de vriendschap?
Mathieu: «Het ene kan al niet meer zonder het andere. Nee, eigenlijk komt de vriendschap altijd op de eerste plaats.»
Merken jullie aan elkaar dat het succes zijn sporen heeft nagelaten?
Mathieu: «Ik denk dat wij nog altijd hetzelfde zijn, maar dat de perceptie van de buitenwereld veranderd is. Er wordt door de buitenwereld nu anders naar ons gekeken, maar wij kijken niet anders naar de wereld.»
Simon: «Je kan dit succes ook heel gemakkelijk relativeren. Het is zot hoe populair we op dit moment zijn in Vlaanderen, maar we zijn geen wereldsterren. We beseffen dat het morgen gedaan kan zijn.»
Mathieu: «We beseffen dat we verantwoordelijkheden hebben tegenover ons publiek. Als je de dingen vanzelfsprekend begint te nemen, dan ontploft dat in je gezicht. Het is wel degelijk de bedoeling om hard te blijven werken. We willen duurzaam zijn.»
“Dit is een plaat over de liefde”
Mathieu, je teksten zijn naar goede gewoonte redelijk cryptisch. Ik meen er wel uit op te maken dat je behoorlijk met de liefde hebt geworsteld.
Mathieu: «De plaat gaat inderdaad over de liefde en alle mogelijke consequenties ervan. Het gaat over twijfels en de angst voor het onbekende. En dat zijn gevoelens die je nu eenmaal vaak aan de liefde kan linken. Maar het is zeker niet zo dat alles autobiografisch is.»
In het begin van jullie carrière was het Sportpaleis de ultieme droom. In Vlaanderen is jullie groeipotentieel bereikt. Waar leggen jullie de lat voor deze plaat?
Mathieu: «Het ultieme doel is nu duurzaam blijven aan de top.»
Simon: «We kijken ook naar Nederland: daar hebben we nog veel groeimarge.»
En dan nog heel even over die rockumentary. Waarom moest die er komen?
Mathieu: «Dat is eigenlijk een uit de hand gelopen aftermovie. Oorspronkelijk was het helemaal niet de bedoeling om daar zoveel toeters en bellen aan te hangen, maar dan had Kinepolis plots interesse. En het feit dat zij zoiets graag willen vertonen, wijst er ons op dat er wellicht een publiek voor bestaat. Maar wij hebben het nooit zo gewichtig bedoeld, voor ons is dit vooral een leuke herinnering.»
Mare Hotterbeekx
‘2’ is uit bij Pias. Op 20/10 speelt Bazart voor de tweede keer in het Sportpaleis.
Het bericht Bazart: “We beseffen dat het morgen gedaan kan zijn” verscheen eerst op Metro.