Het coronavaccin van Johnson & Johnson behoudt zijn gunstige beoordeling van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA), maar ziet trombose en laag aantal bloedplaatjes als een zeer zeldzame bijwerking van het vaccin. De combinatie van een trombose en een laag aantal bloedplaatjes moet in de bijsluiter worden opgenomen als mogelijke “erg zeldzame” bijwerking. Het EMA is echter van mening dat de voordelen van het vaccin opwegen tegen de mogelijk bijwerkingen.
Het EMA bracht dinsdag haar advies over J&J uit, nadat het zich gedwongen zag een veiligheidscontrole van het vaccin uit te voeren. Het Janssen-vaccin krijgt dezelfde conclusie als dat van AstraZeneca. Beide zijn vaccins van hetzelfde type.
In Europa wordt het J&J-vaccin nog niet toegediend, maar in de Verenigde Staten werden na vaccinatie acht trombosegevallen gemeld, meestal in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes. In de VS kregen al meer dan 7 miljoen mensen het vaccin toegediend.
Wat het EMA betreft, blijven de voordelen van het vaccin de doorslag geven. Het raadt medisch personeel en gevaccineerden aan tot drie weken na toediening waakzaam te blijven voor de mogelijke – maar dus erg zeldzame – bijwerkingen.
Het bericht EMA: “Bloedklonters erg zeldzame bijwerking van Johnson & Johnson-vaccin, maar voordelen wegen op tegen risico” verscheen eerst op Metro.