De Brusselse regering wil de Brussel’Air-premie uitbreiden. De premie wil Brusselse automobilisten aanzetten om hun auto weg te doen en te kiezen voor bijvoorbeeld het openbaar vervoer of de fiets.
De Brusselse regering trekt het budget voor de premie op waardoor drie keer meer Brusselaars er in de toekomst gebruik van kunnen maken. Het instrument moet op die manier een echte hefboom worden in de modal shift.
Steeds meer alternatieven
De Brussel’Air-premie is populair. Tussen 2016 en 2019 is het aantal aanvragen verdubbeld. Maar tot nog toe werden er maar twee alternatieven aangeboden voor de privéwagen, namelijk het openbaar vervoer of de fiets (met autodelen als aanvulling). Maar intussen zijn er meer alternatieven beschikbaar, denk aan de deelfietsen of deelsteps. Daarom vonden de Brusselse ministers van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo) en Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) het tijd voor een hervorming.
Auto aan de kant
In de toekomst zal de Brussel’Air-premie beschikbaar zijn voor iedereen die zijn wagen voor minstens een jaar aan de kant zet. Wie dat doet, krijgt een mobiliteitsbudget van 500 tot 900 euro voor een periode van twee jaar. Met dat budget kan men dan kiezen uit een palet aan mobiliteitsdiensten, gaande van het openbaar vervoer tot taxi’s, deelauto’s en deelfietsen. Een andere nieuwigheid is dat het bedrag mee zal afhangen van het inkomen en het statuut van de begunstigde.
Het plan is nu in eerste lezing goedgekeurd door de Brusselse regering. Het zal voorgelegd worden aan de adviesorganen en de Raad van State. Bedoeling is om de vernieuwde premie in de tweede helft van het jaar in te voeren.
Het bericht Brussels gewest breidt Brussel’Air-premie uit verscheen eerst op Metro.