Drie keer in twee maanden tijd werd ingebroken in de auto van Janna S., een vrouw die in de buurt van de Handelskaai in Brussel woont. De Brusselaarster is het meer dan beu en kaart het probleem aan op Facebook.
“Ik hou van Brussel. Echt waar, ik ben er dol op. Maar mijn liefde verandert steeds meer in woede en frustratie”, zo vangt Janna S. haar bericht op Facebook aan. De 26-jarige sales manager woont haar hele leven al in Brussel, maar heeft het gehad met de inbraken in haar buurt.
Gevoel van onmacht en frustratie
Zo werd in twee maanden tijd maar liefst drie keer ingebroken in haar BMW. “Op amper twee maanden tijd is er maar liefst drie keer ingebroken in mijn wagen. Ik herhaal: 3 keer op 2 maanden tijd. Dat betekent elke keer een ruit die in duizend stukken op de vloer ligt, persoonlijke bezittingen die gejat zijn, bloedsporen op de zetels, maar het allerbelangrijkste: telkens weer dat gevoel van onmacht en frustratie. Drie keer stond ik huilend op straat. Machteloos. Terwijl andere mensen naar hun werk gingen, stond ik aan de grond genageld, vervuld van woede. Misschien denkt u: ‘Och, het is maar materiële schade, er zijn veel ergere dingen in het leven.’ Maar dat is het hem net: het gaat om veel meer dan materiële schade. Het gaat om de wanhoop en de frustratie die stilletjes deel begint uit te maken van je dagelijkse leven. De stad waar ik in opgroeide en waar ik van hou, ontgoochelt me steeds meer. Elke ochtend moet ik met een bang hart afwachten in welke toestand ik mijn auto zal aantreffen”, schrijft ze.
Met z’n allen slachtoffer
Janna is lang niet het enige slachtoffer in de buurt. Als ze erover praat met andere buurtbewoners lijken auto-inbraken haast een gewoonte te zijn geworden. “Elke ochtend moet ik hopen dat ik niet weer naar de politie moet stappen om een inbraak in mijn wagen aan te geven. En terwijl ik met tranen in de ogen naar de schade kijk als het toch weer zover is, zijn er mensen die passeren en me zeggen dat ze hetzelfde nog maar een week ervoor voorgehad hebben. Het schept een band met de mensen uit mijn straat, de Handelskaai in hartje Brussel. We zijn met z’n allen slachtoffer”, klinkt het.
Machteloze politie
Zelfs de politie staat machteloos. Toen Janna haar zoveelste auto-inbraak bij hen aangaf, kreeg ze te horen dat dergelijke criminaliteit “bij Brussel hoort”. “Bij de politie gaan is in die korte tijdspanne bijna routine geworden voor mij. ‘Mevrouw, wat wilt u? Dit is Brussel.’ Is dit echt alles wat de overheid ons te bieden heeft? Mogen we niet verwachten dat we op zijn minst veilig zijn in de buurt waar we wonen? Ik ben het beu, heren politici en heren politieagenten. Jullie doen niets. Criminaliteit hoort erbij, krijg ik te horen. Als je hier woont, is het blijkbaar niet vreemd dat er drie keer op twee maanden ingebroken wordt in jouw auto. Dat kan toch niet? Dit is Brussel, dit is de Handelskaai. Een prachtig stukje hoofdstad. Doe iets. Zorg ervoor dat wij op ons gemak naar onze auto stappen als we ’s ochtends naar het werk gaan, zonder met een kloppend hart te hoeven vrezen dat er alweer ingebroken is. Ik ben een belastingbetaler, die in ruil voor die belastingen op een veilige manier in Brussel wil leven. Dat is het allerminste wat ik van de overheid mag verwachten. Jullie laten mij en vele anderen in de steek. Ik zou graag zeggen dat ik nog altijd van Brussel hou”, besluit ze.
Janna is niet het enige slachtoffer van auto-inbraken in haar buurt. Onlangs wandelde ze door haar straat en zag ze de ene na de andere ruit ingeslagen bij andere auto’s:
Het bericht Brusselaarster is het beu: “Derde keer op rij ingebroken in mijn auto” verscheen eerst op Metro.
Foto: Facebook Janna S.