De coronacrisis heeft een grote invloed op ons zitgedrag en op onze fysieke activiteit. Een onderzoek van doctoraatsonderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) Yanni Verhavert onder personeelsleden van middelbare scholen toont aan dat de respondenten tijdens de eerste lockdown per week 14,5 uur langer hebben gezeten. Maar ze bewogen ook iets meer.
Het doctoraatsonderzoek van Yanni Verhavert aan de VUB bevroeg 673 personeelsleden van Vlaamse middelbare scholen via online vragenlijsten naar een verandering in hun fysieke activiteit en hun zitgedrag tijdens de eerste lockdown. De resultaten tonen dat er een aanzienlijke stijging is in het zitgedrag van liefst 14,5 uur per week extra. De fysieke activiteit tijdens het werk nam namelijk af met 4,5 uur per week. “Dat is problematisch voor onze gezondheid, zeker als je weet dat zwaarlijvigheid een risicofactor is voor COVID-19”, waarschuwt Verhavert.
Meer kuisen en strijken
Toch werd er op sommige vlakken ook meer bewogen in de eerste lockdown. De respondenten spendeerden ongeveer 5 uur per week meer aan huishoudelijke taken en waren zo’n 2 uur meer actief tijdens hun vrije tijd. Onderzoeker Verhavert stelt hier wel dat het goede weer en de lange dagen tijdens de eerste lockdown mogelijk een gunstig effect hadden.
“De respondenten waren dus fysiek meer actief, maar ze zaten wel de hele werkdag achter hun bureau”, aldus VUB-onderzoeker Verhavert. Ondanks het feit dat er enkel onderwijspersoneel ondervraagd werd, gelooft Verhavert wel dat de resultaten gelden voor de algemene bevolking. De stijging in zitgedrag zal volgens hem enkel voor mensen met een bureajob iets kleiner zijn.
Het bericht We zaten tijdens eerste lockdown per week 14,5 uur langer op ons gat verscheen eerst op Metro.