Een gestrande Japanse toerist heeft zeven maanden moeten wachten om Machu Picchu te kunnen bezoeken. Toen de toeristische bestemming midden maart sloot, had Jesse Takayama al een entreekaartje op zak. De man zat al die tijd vast in een naburig dorp.
Sinds de coronacrisis staan we bijna voor alles in de rij: een tripje naar de bakker of de Ikea kan je al snel het gevoel geven dat je staat aan te schuiven voor een pretparkattractie. De Japanner Jesse Takayama stond door de coronacrisis maar liefst zeven maanden te wachten, al was het in zijn geval niet voor koffiekoeken, maar wel degelijk voor een toeristische bezienswaardigheid.
Takayama heeft al sinds midden maart een toegangskaartje voor Machu Picchu, Peru’s meest populaire toeristische attractie, in z’n rugzak zitten. Het was de droom van de Japanner om de ruïnes van de oude Inca-stad te kunnen bezoeken, maar daar stak het coronavirus een stokje voor.
Enige bezoeker
Op 14 maart besliste de Peruviaanse overheid de deuren van het wereldwonder te sluiten. Het land ging in een harde lockdown en alle vliegverkeer werd opgeschort. Takayama bleef gestrand achter in Aguas Calientes, een dorp aan de voet van de berg waarop Machu Picchu gelegen is.
De onfortuinlijke Japanner vroeg in een speciaal verzoek aan het Peruviaanse ministerie van Cultuur om Machu Picchu toch een bezoekje te kunnen brengen. De man was immers speciaal naar het land afgereisd om het wereldwonder te kunnen bezichtigen en had initieel gepland er maar enkele dagen te blijven, zo zei Alejandro Neyra, minister van Cultuur, in een persconferentie op maandag.
Volgens Alejandro Neyra zullen de ruïnes van Machu Picchu in november weer opengaan voor het grote publiek, al zullen er slechts 675 mensen per dag binnen mogen – 30% van de normale capaciteit. Machu Picchu is van groot toeristisch belang voor de hele regio.
View this post on Instagram
Het bericht Gestrande toerist mag na zeven maanden eindelijk – en alleen – binnen in Machu Picchu verscheen eerst op Metro.