Als je de wettelijke vakantiedagen niet meerekent, blijft de Belgische werknemer vooral weg van het werk omwille van ziekte. Gemiddeld is dat 21,6 dagen per jaar. Vooral langdurige afwezigheid zit in de lift. Daarnaast blijkt dat het rollenpatroon in Belgische gezinnen zeer traditioneel blijft: vrouwen nemen de zorg op zich, mannen verrichten gevaarlijk(er) werk. Dat zegt een analyse van Partena Professional.
Het onderzoek vond plaats tussen oktober 2018 en september 2019. 15.000 bedrijven, goed voor zo’n 150.000 werknemers, namen eraan deel.
Uit het onderzoek blijkt vooral dat het absenteïsme van Belgische werknemers nog steeds toeneemt. Ziekte blijft met voorsprong de belangrijkste reden voor afwezigheid. De Belgische werknemer is gemiddeld 21,6 dagen per jaar afwezig op het werk door ziekte. Dat is een stijging met maar liefst 2 dagen of 13 procent ten opzichte van 2014, toen de Belg nog gemiddeld 19 dagen per jaar afwezig was door ziekte.
Vrouwen blijken vaker afwezig dan mannen: zo’n 26 dagen per jaar, versus 18 dagen voor mannen. Ook leeftijd is een belangrijke factor in afwezigheid door ziekte. Vanaf 44 jaar zien we een forse toename van afwezigheid wegens ziekte (+62%), en doorheen de carrière zien we een constante stijging van het gemiddelde aantal ziektedagen per jaar.
Een week griep per jaar
Dit gemiddelde moet met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, aldus Partena Professional. Zo blijkt dat het aantal “ziektedagen betaald door de werkgever” zeer stabiel blijft doorheen de carrière: zo’n 5 à 6 dagen per jaar. Vrouwen zijn met 6.63 dagen per jaar iets vaker ziek dan mannen (5 dagen).
“Eigenlijk kan je stellen dat een gewone werknemer een dikke week per jaar geveld is door ziekte – verkoudheden en griep, zeg maar. Die cijfers zijn zeer stabiel doorheen de hele carrière. Opvallend is dat de alleroudste werknemers (65+) zelfs het minst vaak afwezig zijn door ziekte”, weet Wim Demey van Partena Profesional.
Langdurige ziekte
Het is vooral in de categorie ‘ziektedagen betaald door het RIZIV’ dat leeftijd een belangrijke rol speelt. Het is ook deze categorie die verantwoordelijk is voor de forse stijging in absenteïsme. Op 5 jaar tijd kwamen er gemiddeld 2 van deze ziektedagen bij voor mannen (van 10 dagen per jaar in 2014 naar 12 dagen afgelopen jaar) en zelfs 4 dagen voor vrouwen (van 14 naar 18 dagen per jaar).
Partena Professional wijst erop dat het hier gaat om een eerder kleine groep werknemers, maar die wel een grote impact hebben op het gemiddelde. “Doordat de werknemers in deze categorieën vaak heel lang afwezig zijn – vaak langer dan een jaar – hebben zij een zeer grote invloed op het gemiddelde. Een typisch voorbeeld kan hier zijn: de bouwvakker die door rugklachten niet meer kan werken. Deze afwezigheden zijn binnen bedrijven weinig zichtbaar, aangezien de werknemers in kwestie soms al jaren niet meer op het werk zijn geweest. Maar voor de persoon zelf en voor de maatschappij is de impact natuurlijk groot. De inspanningen rond werkbaar werk en rond reïntegratie van langdurig zieken lijken in de praktijk nog niet de gewenste daling in de cijfers op te leveren”, vertelt Demey.
Vrouwen nemen de zorgtaken op zich
De absenteïsmecijfers tonen bovendien dat het traditionele rollenpatroon in Belgische huishoudens stevig overeind blijft: zo nemen vrouwen opvallend veel meer verloven om zorgtaken op zich te nemen.
Tijdskrediet blijkt na ziekte de voornaamste reden om weg te blijven van het werk. Vrouwen (met zo’n 4 dagen per jaar) maken hier veel meer gebruik van dan mannen (1.64 dagen per jaar). Een zelfde verschil zien we bij vaderschapsverlof (gemiddeld 0,16 dagen per jaar) versus moederschapsverlof (gemiddeld 3,56 dagen per jaar). Het aantal dagen vaderschapsverlof per jaar is wel verdubbeld sinds 2014, wat erop kan wijzen dat mannen die vaker en langer opnemen.
Een opvallende stijger is het palliatief verlof, dat verdubbelde sinds 2014. Ook hier zien we dat vrouwen er dubbel zo vaak gebruik van maken dan mannen (0,31 dagen per jaar voor vrouwen versus 0,16 dagen voor mannen).
Stakingen en arbeidsongevallen zijn een mannenzaak
Staken is dan weer vooral een mannenzaak, net als arbeidsongevallen. Het afgelopen jaar spendeerden mannelijke werknemers gemiddeld 0,13 dagen aan stakingen, dubbel zoveel als vrouwen. In het algemeen staakt de Belgische werknemer de helft minder dan in 2014 (toen ze 0,29 dagen per jaar staakten).
Arbeidsongevallen blijven de laatste vijf jaar stabiel, zowel bij mannen als vrouwen. Arbeidsongevallen kosten mannen gemiddeld 1,2 werkdagen per jaar, iets meer dan één werkdag dus. Vrouwen zijn gemiddeld een halve dag afwezig per jaar door arbeidsongevallen (0,6 werkdagen). Mannen lijken dus over het algemeen gevaarlijker werk te verrichten dan vrouwen.
Jonge werknemers
De jongste werknemers (jonger dan 25) zijn het minst vaak afwezig van hun werk. Als ze afwezig zijn, is dat vooral omdat ze onbetaald verlof nemen (zo’n 4 dagen per jaar). Oudere werknemers (+55) nemen daarentegen maar 1,3 dagen onbetaald verlof per jaar.
Opvallend is wel dat jongere werknemers die ver van hun werk wonen (meer dan 60 kilometer) vaker afwezig zijn door ziekte, en dan vooral in kleine bedrijven met minder dan 10 werknemers. Het verschil bedraagt bijna twee volle werkdagen per jaar.
“Dat is een fors verschil. We wisten al dat afstand naar het werk een impact heeft op de retentie van werknemers. Een beetje verrassend is om te zien dat het ook op absenteïsme een invloed heeft. Jonge werknemers die heel ver van hun werk wonen, hebben blijkbaar soms makkelijker de neiging om een dagje thuis te blijven als ze zich niet helemaal fit voelen”, besluit Demey.
Het bericht Belgische werknemer is gemiddeld 21,6 dagen per jaar afwezig door ziekte verscheen eerst op Metro.