De Australische overheid zal mogelijk honderd miljoenen dollars moeten terugstorten aan buitenlandse rugzaktoeristen. De federale eechtbank van Australië heeft namelijk de ‘backpacker tax’ (rugzaktoeristenbelasting) ongeldig verklaard.
Woensdag heeft de federale rechtbank in Brisbane beslist dat het illegaal is om buitenlandse werknemers te belasten omwille van bestaande belastingverdragen tussen Australië en de thuislanden van de toeristen. “Een vermomde vorm van discriminatie gebaseerd op nationaliteit”, oordeelde rechter John Logan.
In 2017 besliste de overheid een controversiële belasting van 15% te heffen op twee soorten visums voor werkende vakantiegangers, visums waarmee jonge reizigers uit verschillende landen naar Australië kunnen reizen en er geld verdienen. De belasting gold voor bezoekers uit Duitsland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Finland, Chili, Japan, Noorwegen en Turkije.
Miljoenen dollars te goed
Daarvoor moesten rugzaktoeristen net als de lokale bevolking geen belastingen betalen als hun jaarlijkse inkomen niet hoger was dan 18.200 Australische dollar (ongeveer 11.250 euro). De rechtszaak startte nadat de Britse Catherine Addy, die in 2015 in Australië gewerkt had, een belastingbrief kreeg. In haar naam spande een internationaal belastingbedrijf de rechtszaak aan.
Volgens Australische omroep ABC zullen ongeveer 75.000 buitenlanders honderd miljoenen dollars van het Australische Belastingkantoor (ATO) kunnen ontvangen. ATO zou naar eigen zeggen nog overwegen in beroep te gaan. Ieder jaar reizen zo’n 150.000 toeristen naar Australië met een werkvakantievisum, onder wie zo’n 30.000 Duitsers, waarvan er veel in boerderijen of in de horeca gaan werken.
Het bericht Australische ‘backpacker tax’ ongeldig verklaard verscheen eerst op Metro.