Wie de opgenomen verlofdagen niet naarstig telt, kan op het einde van het jaar voor verrassingen komen te staan. Maar wat doe je met de vakantiedagen die je aan het einde van het jaar niet hebt opgebruikt?
Voor bedienden
“Voor een bediende is het niet altijd mogelijk om alle vakantie op te nemen door bepaalde schorsingen, zoals langdurige ziekte, arbeidsongeval of moederschapsrust”, legt HR-specialist Séverine Maebe uit op Jobat.be. “In dat geval moet de werkgever nog dit jaar aan de bediende het vakantiegeld betalen voor niet-opgenomen vakantiedagen.” Het uitbetaalde bedrag staat dan gelijk aan het enkel vakantiegeld. En omdat de bediende zijn of haar vakantiedagen onmogelijk kan opnemen, worden geen socialezekerheidsbijdragen geïnd.
Eigen keuze
Wanneer de bediende er zelf voor kiest om zijn vakantiedagen niet op te nemen, geldt er echter een andere regeling. “Dan belandt de werkgever in een moeilijke situatie”, legt Maebe uit. “Hij is niet verplicht om de niet-opgenomen vakantiedagen uit te betalen. Maar hij moet wel kunnen aantonen dat de bediende de mogelijkheid had om zijn vakantiedagen op te nemen”, klinkt het. In principe mag de werkgever de niet-opgenomen vakantiedagen niet uitbetalen. Indien hij beslist om dit toch te doen, moeten de gewone socialezekerheidsbijdragen ook voor het vakantiegeld betaald worden. Vakantiedagen meenemen naar het volgende jaar is eigenlijk niet toegestaan, al gebeurt dit in de praktijk wel vaak. “Vaak gaat het dan niet om de twintig wettelijke vakantiedagen, maar wel om de extralegale vakantiedagen, anciënniteitsdagen of arbeidsduurverminderingsdagen”, staat er te lezen op Jobat.
Voor arbeiders
De regeling is iets anders voor arbeiders. Zij krijgen in mei zowel hun enkel als hun dubbel vakantiegeld uitbetaald door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) of door hun vakantiekas. “Dit vakantiegeld hebben ze definitief gekregen, ongeacht of ze hun vakantiedagen opnemen of niet”, klinkt het.
