Veel werknemers dromen niet enkel van een royaal loon en toffe collega’s, maar ook van werkzekerheid. Door te kiezen voor een knelpuntberoep ben je alvast zeker van dat laatste, al is dat VDAB-woordvoerder Shaireen Aftab iets te kort door de bocht. “De term knelpuntberoep is achterhaald. Wij spreken nu over knelpunteconomie.”
Knelpuntberoepen zijn die beroepen waarvoor er meer vacatures dan kandidaten zijn, waardoor werkgevers vaak lang moeten zoeken naar nieuw personeel. Toch is het ene knelpuntberoep het andere niet. Het tekort op de arbeidsmarkt valt onder te verdelen in drie categorieën: een kwantitatief tekort, een kwalitatief tekort en een tekort door specifieke arbeidsomstandigheden.
Bij een kwantitatief tekort is er een gebrek aan arbeidskrachten omdat vanwege een te lage uitstroom uit het onderwijs. Een klassiek voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde STEM-beroepen. (STEM staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics, red.). “We merken dat de STEM-profielen nog altijd heel moeilijk worden ingevuld”, legt Aftab uit. “Maar we werken heel hard om het imago van die beroepen op te krikken. Zo komt in ons jaarlijks schoolverlatersrapport duidelijk naar voor dat jongeren die kiezen voor zo’n beroep later sneller aan een job geraken. Zeker voor de twijfelaars kan zoiets de doorslag geven.” Bij een kwalitatief tekort beschikken de kandidaten niet over de gevraagde competenties om een bepaalde job uit te oefenen. Volgens Aftab is er op dat gebied nog werk aan de winkel. “Zowel werkgevers als werknemers denken nog veel te veel in termen van specifieke beroepen, terwijl het veel nuttiger is om na te denken over de competenties en talenten van een persoon, los van de functie die hij of zij op dat moment uitoefent. Zo hebben leerkrachten en verkopers voor 80 procent dezelfde competenties nodig, maar zijn er weinig leerkrachten die zouden nadenken over zo’n switch. Daar moet verandering in komen.”