Na de kalmte tijdens de coronacrisis is er opnieuw meer dynamiek op de arbeidsmarkt, zo blijkt uit onderzoek van Acerta. Vooral jongere werknemers zijn niet bevreesd om hun vast contract te beëindigen en elders op zoek te gaan naar een betere job.
In 2021 zijn er al 16,6% meer contracten van onbepaalde duur beëindigd dan voor corona. Maar dat zijn zeker niet allemaal ontslagen: in één op de drie gevallen is het de werknemer zelf die het contract opzegt. In 35 % beslissen werknemer en werkgever daaronder in onderling overleg. «Werknemers hebben duidelijk meer vertrouwen in de huidige arbeidsmarkt», legt Nele Ronsmans van Acerta uit aan VRT NWS. «Er zijn heel wat vacatures en te weinig arbeidskrachten om die in te vullen. Daarom hebben werknemers die hun contract stopzetten, geen schrik. Ze zijn ervan overtuigd dat ze snel een nieuwe job zullen vinden bij een nieuwe werkgever.» Opvallend is dat het vooral jongeren zijn die hun vast contract durven op te zeggen. «Vooral in de leeftijdsgroep van 25 tot 45 jaar lijken werknemers zelf geneigd de stap te zetten om elders aan de slag te gaan», klinkt het.